Tweede graad aso: wetenschappenVak: Chemie Begincompetenties (wat moet je als kandidaat kennen en kunnen voordat je dit vak begint te studeren?) Enige kennis van chemie als dusdanig is niet vereist. Nochtans moet u zich een zekere voorwetenschappelijke kennis van chemie, opvattingen en misvattingen eigen gemaakt hebben via de media, eigen interesse en natuurwetenschappelijke aanverwante domeinen. Leerdoelen (welke doelstellingen worden in het leerplan omschreven voor dit vak?) Deze doelstellingen worden beschouwd als basisdoelstellingen: de examinatoren zullen trachten u in situaties te plaatsen waarin het bereikt zijn van deze doelstellingen kan nagegaan worden. U moet chemie ervaren als een essentieel onderdeel van uw intellectuele en technologische vorming, als basis van een uitgebreide, technologisch hoogstaande industrie. U moet het verband kunnen leggen met verschijnselen uit het dagelijks leven en oog hebben voor veiligheids- en milieuaspecten. U moet vertrouwd zijn met natuurwetenschappelijke methodes. U moet beseffen dat absolute zekerheid niet bestaat, flexibel genoeg zijn om nieuwe modellen te aanvaarden. U moet de symbolische schrijfwijze, eigen aan de chemie, kunnen toepassen en een correcte wetenschappelijke terminologie kunnen gebruiken. U moet verbanden kunnen leggen met andere domeinen zoals de wiskunde, technologische opvoeding, biologie, fysica en andere toegepaste wetenschappen. U moet blijk geven van kritische ingesteldheid. U moet een efficiënte studiemethode bewijzen door vragen inzichtelijk te beantwoorden. U moet vraagstukken op systematische wijze kunnen oplossen en kunnen afronden op een wiskundige manier. U moet het gebruik van het periodiek systeem machtig zijn. Leerinhouden (welke leerstof moet je als kandidaat opzoeken om dit vak te studeren?) 1. CHEMISCHE ELEMENTEN IN STOFFEN UIT DE LEEFWERELD Maart 2012 Chemie 1 groepsnaam. licht of elektriciteit (ET 23) de wet van Lavoisier kunnen toepassen op chemische processen. dus gebruik van index en coëfficiënt (ET 8. HET PERIODIEK SYSTEEM de atoombouw van een gegeven element kunnen beschrijven wat betreft aantal en plaats van protonen.Tweede graad aso: wetenschappen Van de kandidaten wordt verlangd dat zij : de ontleding van samengestelde stoffen tot enkelvoudige stoffen begrijpen (ET8) moleculen en atomen als corpusculaire structuren op basis van het deeltjesmodel kunnen omschrijven (ET12) de synthese van enkelvoudige stoffen tot samengestelde stoffen begrijpen (ET8) naam en symbool kunnen schrijven van de stoffen uit de A-groepen. atoombinding. 14) algemene eigenschappen van metalen. niet-metalen. 8) de mono-atomische ionvorming kunnen uitleggen voor metalen en niet-metalen uit de A-groepen uitgaande van de octetstructuur (ET 12) het ontstaan en de betekenis van een ionbinding. 12. groep. elektronen en neutronen (ET 9) de elektronenconfiguraties van de eerste 18 elementen kunnen opstellen op basis van hun atoomnummer (ET 9) het huidige PSE kunnen beschrijven aan de hand van de begrippen periode. 9. de molaire massa en het aantal deeltjes kunnen bepalen (ET 22) omrekeningen tussen massa en stofhoeveelheid in mol kunnen maken (ET 22) het verband kunnen leggen tussen metalen en niet-metalen op basis van de elektronegatieve waarde (ET 7.en Chemie Maart 2012 2 . Hg. metaalbinding kunnen omschrijven en illustreren met eenvoudige voorbeelden op intra. Ni en de edelmetalen: zie bijlage (ET14) de symbolische schrijfwijze van enkelvoudige en samengestelde stoffen kunnen interpreteren naar aard en aantal van de aanwezige atomen. edelgassen. H en enkele metalen uit de B-groepen zoals Fe. ook uit het dagelijkse leven en de afvalproblematiek hierbij kunnen bespreken (ET 21) een reactievergelijking kunnen schrijven op grond van gegeven reagentia en reactieprodukten (ET18) 3. niet-metalen. atoomnummer (ET 7. zuurstof (luchtcomponent voor de verbranding) en waterstof(knalgasproef) kunnen beschrijven naar toepassingen uit het dagelijks leven (ET 7. 13) het verband tussen de elektronenconfiguratie volgens Bohr en de algemene opbouw van het PSE kunnen aangeven (ET 10) uit de gegevens bij elk symbool de relatieve atoom.en molecuulmassa. Cu. metalen. VERANDEREN VAN STOFFEN onderscheid kunnen geven tussen fysisch en chemisch verschijnsel (ET 18) voorbeelden uit het dagelijks leven kunnen geven en herkennen van endoenergetische en exo-energetische reacties onder de vorm van warmte. 24) 2. de edelgassen. edelgassen. 14. lakmoes en methyloranje (ET 26) van de alkanen de formules en namen van de eerste 10 n-alkanen kennen en naar keuze van 3 ervan de toepassingen in het dagelijks leven en het voorkomen in de natuur kunnen bespreken (ET 14) de functionele groep herkennen en de toepassing in het dagelijks leven kunnen bespreken van methanol.zinnen (ET 3. basisch of neutraal karakter in een waterige oplossing met behulp van de typische kleuromslag van de indicatoren fenolftaleïne.6. het theoretisch bereiden van oplossingen (ET 17) het verband tussen het vrijkomen van ionen bij het oplossen van elektrolyten in water en de aard van hun chemische bindingen kunnen beschrijven (ionofore en ionogene stoffen) (ET 16) de symbolische schrijfwijze van ionvorming in water kunnen geven (ET 8. 13. SAMENGESTELDE STOFFEN het onderscheid tussen organische en anorganische stoffen kunnen illustreren op basis van de verschillende herkomst en het verschil in aantal en in soorten atomen per molecule (ET 8) Van de oxiden.en S.8. 6. SOORTEN REACTIES de oplosbaarheidstabel kunnen gebruiken in functie van neerslagreacties en gasontwikkelingsreacties en deze reacties kunnen uitschrijven als essentiële ionenreactie en stoffenreactie(ET 2. het principe van onderlinge samenhang kunnen geven en de meest courante veiligheidsaspecten herkennen via pictogrammen en R. hydroxiden. 11) 6.t. ethanol en ethaanzuur (ET 14) 5. 18. 12.Tweede graad aso: wetenschappen intermoleculair niveau en de roosters van deze bindingen kunnen voorstellen (ET 11.24) reacties van metalen en niet-metalen met zuurstof.b. zuur-base-gedrag van metaaloxiden en niet-metaaloxiden in water en reacties van zuren met hydroxiden kunnen schrijven (ET 3. 24) de pH-schaal in relatie kunnen brengen met het zuur. de naamgeving. 8. 19) 3 Maart 2012 Chemie .12.14. zuren en zouten de functionele groep. de formulevorming (op basis van gegeven of via het PSE oxidatiegetallen). 19) de essentiële reactie en de stoffenreactie kunnen schrijven van een neutralisatiereactie (ET 18. 24) 4. HET GEDRAG VAN STOFFEN IN WATER de polariteit van een binding vanuit de elektronegatieve waarde vermeld in het PSE kunnen aanduiden en de polariteit van water kunnen aangeven vanuit het verschil in elektronegatieve waarde tussen zuurstof en waterstof en de geometrie van de molecule kennen (ET 15) water als polair oplosmiddel voor elektrolyten en niet-elektrolyten corpusculair kunnen interpreteren en voorstellen vanuit (experimentele) gegevens (ET 15) diverse berekingen met molaire concentratie en massaconcentratie kunnen uitvoeren in vraagstukken m. Tweede graad aso: wetenschappen een redoxreactie kunnen definiëren als een koppeling van een reductie en een oxidatie en de veranderingen in oxidatiegetal kunnen vaststellen voor verbrandingsreacties. synthesereacties met enkelvoudige stoffen en analysereacties van binaire stoffen (ET 20) Bijlage Lijst van de symbolen van de belangrijkste elementen Lithium Natrium Kalium Beryllium Magnesium Calcium Barium Aluminium Germanium Tin Lood Arseen Koper Zilver Goud Zink Cadmium Kwik Chroom Ijzer Nikkel Uranium Maart 2012 Li Na K Be Mg Ca Ba Al Ge Sn Pb As Cu Ag Au Zn Cd Hg Cr Fe Ni U Chemie Waterstof Boor Koolstof Silicium Stikstof Fosfor Zuurstof Zwavel Fluor Chloor Broom Jood Helium Neon Argon Krypton Xenon Radon Mangaan Kobalt Platina Plutonium H B C Si N P O S F Cl Br I He Ne Ar Kr Xe Rn Mn Co Pt Pu 4 . Na2CO3. KNO3. K2CrO4. zie lijst hierboven) moeten de formules van oxiden. CO. O3.Tweede graad aso: wetenschappen Belangrijke formules: Metalen en edelgassen: zie lijst hierboven. KMnO4. CuSO4. Ba(OH)2. Bibliografie / studiemateriaal / lectuurlijst (welke handboeken kun je gebruiken om de leerinhouden te studeren?) Chemie Plus 3 leerboek ISBN 9789028929036 Uitgeverij Pelckmans: www. CO2. CaCl2. HNO2. HBr. KOH. CaCO3. Cu(NO3)2. HClO3. H2O2 Belangrijke zuren: HF. (bestaat enkel in oplossing) Belangrijke zouten: NaCl. AgNO3 Bij het geven van de oxidatiegetallen van metalen of niet-metalen (van de belangrijkste elementen. O2. hydroxiden en zouten (afgeleid van de belangrijkste zuren. H2O. NH4OH. HClO4. HCl. H2SO4 Belangrijke hydroxiden: NaOH. H2CO3.pelckmans. H2S. HNO3. Cl2. I2. Br2. NaHCO3. F2. Ca(OH)2.be Chemie Plus 4 leerboek Maart 2012 Chemie 5 . KClO3. CuCl2. zie lijst hierboven) kunnen geschreven worden. AgCl. H2. SO2. NH3. pelckmans.be Chemie eenheid 1 leerboek ISBN 9045510359 Uitgeverij De Boeck: www.woltersplantyn.pelckmans.uitgeverijdeboeck.be Chemie plus 5 leerboek ISBN 9028931791 Uitgeverij Pelckmans: www.uitgeverijdeboeck.pelckmans.be Chemie eenheid 2 leerboek ISBN 9045510413 Uitgeverij De Boeck: www.be Op weg met chemie 1/2u leerwerkboek (incl. online ICT) ISBN 978903095528 Uitgeverij Wolters Plantyn: www.woltersplantyn.be Katalysator 2+ leerwerkboek ISBN 9789030625988 Maart 2012 Chemie 6 . online ICT) ISBN 9789030191131 Uitgeverij Wolters Plantyn: www.be Op weg met chemie 2/2u leerwerkboek (incl.be Chemie plus 6 leerboek ISBN 9028935770 Uitgeverij Pelckmans: www.Tweede graad aso: wetenschappen ISBN 9789028930568 Uitgeverij Pelckmans: www. be Opdrachten.… (welke opdracht.be Chemie eenheid .be Fundamentele begrippen van algemene chemie (naslagwerk) ISBN 2804108023 Uitgeverij De Boeck: www.uitgeverijdeboeck.be Organische chemie (naslagwerk) ISBN 2804109011 Uitgeverij De Boeck: www. 1.uitgeverijdeboeck.be Compendium basischemie ISBN 9789045521534 Uitgeverij De Boeck: www.vanin.be Tabellenboekje voor chemie ISBN 9045514389 Uitgeverij De Boeck: www.uitgeverijdeboeck. taken. zakrekenmachine Verloop en evaluatie examen (hoe verloopt het examen en hoe ziet de evaluatie eruit?) Duur van het schriftelijke examen: ong. taak of werkje moet je maken voor dit vak en hoe wordt dit geëvalueerd?) Wat breng je mee naar het examen? Schrijfgerief.uitgeverijdeboeck.30 uur Maart 2012 Chemie 7 .uitgeverijdeboeck.Tweede graad aso: wetenschappen Uitgeverij Van In: www.Vademecum ISBN 9789045514178 Uitgeverij De Boeck: www. werkjes. Tweede graad aso: wetenschappen Voorbeeldvragen en oefeningen (hier vind je enkele voorbeeldvragen / oefeningen) Studietips Lees aandachtig de leerinhouden en doelstellingen uit het leerplan en studeer uit 2 leerboeken uit de lijst. Gebruik dit systeem regelmatig en leer bv. Bij heel wat leerinhouden kunt u terugvallen op gegevens in het periodiek systeem (tabel van Mendelejev). Antwoord met juist of fout. indicator. a) Geef de twee reactievergelijking. Studeer dan vooral niet elk hoofdstuk apart maar tracht de reeds verworven kennis steeds toe te passen op de nieuwe leerstof.. analyse. 3.ionen dan OH. a) Het chemisch symbool voor fosfor is P b) Water (H2O) is een enkelvoudige zuivere stof c) Bij een endotherme reactie wordt warmte opgenomen uit de omgeving d) HCl is een ionogeen elektrolyt e) In het atoommodel van Bohr worden de elektronen gerangschikt in 7 schillen f) Metalen vormen positieve ionen g) Een binair zuur bevat 3 soorten atomen h) Een atoombinding tussen twee atomen ontstaat doordat de atomen elektronen gemeenschappelijk stellen i) Een zuuroplossing bevat meer H+ . Naast deze opbouwende structuur van het vak chemie zijn er ook een aantal losse items zoals het begrip mengsel. De twee elektroden worden onderaan verbonden met de polen van een gelijkspanningsbron. b) Van welke chemische reactie is bovenvermelde proef een voorbeeld? Een toestel van Hoffmann wordt volledig gevuld met water. Wees kritisch voor het eindresultaat van berekeningen en hou het bij logische oplossingen: u kunt geen 100 liter water gieten in een proefbuisje! Voorbeeldvragen 1. enz. Chemie is een opbouwend vak: het eerste hoofdstuk hebt u nodig voor het laatste hoofdstuk. Magnesium brandt met een heel heldere vlam en er ontstaat een wit poeder dat we magnesiumoxide noemen. Maart 2012 8 .ionen j) Neon is een edelgas k) Bij een oxidatie worden elektronen afgestaan l) Het oxidatiegetal van N in N2O5 is +II Met een ijzeren tang houden we een reepje magnesiumlint in de vlam van een bunzenbrander. opdat het de elektrische stroom Chemie 2. Aan het water wordt een beetje diwaterstofsulfaat toegevoegd. de elektronenconfiguraties niet uit het hoofd. Deze items kunt u best instuderen bij het hoofdstuk waarin ze voorkomen. d) Geef de chemische eigenschappen van het gas dat aan de negatieve pool wordt gevormd. elektronen en neutronen van volgende isotopen. e) Geef de chemische eigenschappen van het gas dat aan de positieve pool wordt gevormd. protonen: 35 17 5. 8. b) Geef de naam en de formule van het gas dat aan de negatieve pool wordt gevormd. Al na een korte tijd merk je dat er aan beide elektroden gas ontstaat. a) AlF3 b) H2O c) N2 a) Vervolledig onderstaande tabel Formule Naam (wetenschappelijk en triviaal) Chemie Stofklasse Maart 2012 9 . fysisch proces chemisch proces Suiker uit suikerbieten Reukstoffen uit bloemen Alcohol uit suiker en gist In een erlenmeyer brengen we een reepje magnesium en een proefbuis met een kleine hoeveelheid van een verdunde waterstofchloride-oplossing. a) Geef het aantal protonen. a) Geef de reactievergelijking. Met een balans bepalen we nauwkeurig de massa van de erlenmeyer. Cl elektronen: neutronen: protonen: 37 17 Cl elektronen: 7. Daarna laten we het magnesium reageren met de waterstofchloride-oplossing. f) Hoe noem je de reactie waarbij een samengestelde stof onder invloed van de elektrische stroom splitst in twee of meer enkelvoudige stoffen? Is het vervaardigen van de vermelde stoffen een fysisch of een chemisch proces? Zet een X in de juiste kolom. c) Geef de naam en de formule van het gas dat aan de positieve pool wordt gevormd. in een afgesloten ruimte en controleren de eindmassa. met de inhoud. 6. 10. beter zou geleiden. a) Welke gemeenschappelijke eigenschap hebben twee elementen die in dezelfde (hoofd)groep van het PSE zitten? b) Welke gemeenschappelijke eigenschap hebben twee elementen die in dezelfde periode van het PSE zitten? Welk element is het sterkste metaal en waarom (2 redenen)? Ca of Ba Zijn volgende verbindingen ontstaan door een ionenbinding of door een atoombinding? Verklaar je antwoord. neutronen: b) Formuleer nu een definitie voor isotopen. c) Geef de reactievergelijking van dit experiment. maar bij de negatieve pool dubbel zoveel als bij de positieve. a) Welke wet is op dit experiment van toepassing.Tweede graad aso: wetenschappen 4. 9. b) Definieer deze wet. sterk zuur. b) Geef de brutoformule. zwak zuur. 17.Tweede graad aso: wetenschappen H2SO4 koper(+II)hydroxide Na2O koolstofdioxide BaSO4 Fe(OH) 3 natriumchloride waterstofnitriet Noot: mogelijke stofklassen zijn: zuur. zout.. metaaloxide. dus ……………. 14.1023 moleculen Na2SO4: hoeveel mol is dat? Een ammoniakoplossing bevat 33% ammoniak.25.-ionen.-ionen. Ethaanzuur. c) Geef de triviale naam. basisch. 12.405 mol CuSO4? c) 7. d) Schrijf de essentiële deeltjesvergelijking. Noteer de volgende begrippen op deze pH-schaal: zuur.. a) Teken de pH-schaal. De pH-schaal. a) Schrijf de coëfficiënten b) Geef de oxidatiegetallen van de elementen c) Toon de elektronentransfer d) Duid de oxidatie en reductie aan e) Zoek de oxidator en de reductor H2S + O2 → S + H2O Aan een bariumdichlorideoplossing voegt men een dikaliumsulfaatoplossing toe. c) Stel de reactievergelijking in molecuulvorm op van bovenstaande oplossingen. ammoniak op …………… oplossing. H+. 16. Maart 2012 Chemie 10 . 13. Verklaar het verband tussen het dipoolkarakter van de watermolecule en de oplosbaarheid van de stoffen in water. zwakke base en sterke base. 18. d) Tot welke organische stofklasse behoort van dit product? e) Geef 2 belangrijke toepassingen van dit product. b) Vul in: Een neutrale oplossing bevat ……………………. neutraal.. Toon aan dat de volgende reactie een redoxreactie is. H+. a) Geef de structuurformule. H+. In 300 ml water wordt 15.ionen dan OH. 15.-ionen.ionen als OH. Een basische oplossing bevat ……………………. b) Hoeveel gram CuSO4 zit er in 0. Een zure oplossing bevat ……………………. Bereken de molaire concentratie van de oplossing.ionen dan OH. Bereken de molaire massa van H3PO4.6 g AgNO3 opgelost. (zie oplosbaarheidstabel) a) Welke ionsoorten worden er samengevoegd? b) Stel de deeltjesvergelijking op uitgaande van alle samengevoegde ionsoorten. Geef ook de voorstelling van de watermolecule en maak gebruik van de elektronegatieve waarde vermeld in het PSE. hydroxide. niet-metaaloxide. 11.