AAn de slAg2 Aan de slag met VectorWorks - Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorbereidend werk navigeren in de tekening Tekentechnieken Manipulatie van objecten sjabloondocumenten aanmaken Calculatie met rekenbladen en records Overlappende vlakken en objecten uitlijnen steektrap in 2d en 3d/Hybride symbolen Hybride raamkozijn gereedschap Herhaal object Vervorm object Kader dTM (digitale TerreinModeler) eenvoudige 3d-bewerkingen 3d-dak met doorboring Koelkast in 3d Renderen met HdRI 3 6 8 14 19 22 30 31 35 42 47 50 55 63 67 73 87 Aan de slag met VectorWorks - Voorbereidend werk 3 Voorbereidend werk Tekenformaat en bladinstellingen In het dialoogvenster Tekenformaat bepaalt u de grootte van het afdrukbaar gebied a.h.v. een aantal pagina’s. Het Tekenformaat is eerder virtueel. Zo kan u bijvoorbeeld een tekenformaat instellen van vier A4-pagina’s horizontaal bij vier pagina’s verticaal om een A0-verhouding te benaderen. Vervolgens kan u deze 16 pagina’s afdrukken en ze bij elkaar leggen. Zonder over een grootformaat plotter te beschikken kan u op deze manier uw tekening toch groot afdrukken. selecteer Tekenformaat in het menu Bestand. Bij de Bladinstellingen kiest u het papierformaat en de richting. dit is van belang als u een tekening wenst af te drukken. U heeft de mogelijkheid om te vergroten of te verkleinen. dit beïnvloedt zowel de werkelijke grootte van uw tekening als het afdrukbare gebied. Als u twijfelt, druk dan de pagina eerst af op 100%. selecteer Bladinstellingen in het menu Bestand. selecteer Eenheden in het menu Opmaak. In VectorWorks is het mogelijk om elke ontwerplaag een andere schaal te geven. records.Voorbereidend werk de schaal van een computertekening is iets heel relatief. Aanpassingen worden automatisch doorgevoerd in maatlijnen. dan ziet u net hetzelfde als wanneer u tekent in schaal 1:1 met een zoomfactor 100%. . Als u tekent in schaal 1:50 met zoomfactor 5000%. Bovendien kan u ook bepalen met welke nauwkeurigheid de maten weergegeven moeten worden. Omdat u quasi onbeperkt kan in. de instellingen die u opgeeft voor Eenheden gelden voor alle maten in het document. selecteer Schaal ontwerplaag in het menu Opmaak. enz.en uitzoomen.4 Schaal en eenheden Aan de slag met VectorWorks . rekenbladen. de schaal heeft echter wel zin wanneer u de tekening gaat afdrukken. verliest het begrip schaal zijn functie op het scherm. . Bij deze instelling stelt elk blok van het ra ster een opper vlakte van 1 m² voor. grid en nog enkele andere) zijn gegevens die afzonderlijk in elk document bewaard worden. Om te vermijden dat u.a. U merkt dit aan de naam “naamloos x. selecteer Nieuw in het menu Bestand en selecteer Gebruik sjabloon. Het wordt weergegeven a. Zo is een Referentiegrid van 10 0 cm gepa st voor een schaal van 1:100. VectorWorks 2008 wordt geleverd met sjablonen die zijn uitgewerkt door design express.h. 5 Sjabloondocumenten Alle elementen die hiervoor besproken werden (Bladinstellingen. 100 cm geeft bij zoomfactor 100% een raster op het scherm van 2 cm waarbij elk blok een oppervlak van 1 m2 voorstelt. Het wordt gebruikt in combinatie met de restrictie Grijp naar grid. eenheden.v. sjabloondocumenten kan u dus niet per vergissing aanpassen. is ze te overschrijven. Hierin kan u al deze instellingen opslaan.v. Het grid kan aan. de beweging van de aanwijzer wordt door het magnetische karakter van het grid beperkt.Aan de slag met VectorWorks . lichtblauwe lijnen. Het Referentiegrid wordt op het scherm weergegeven d. dan wordt het grijpgrid zichtbaar. is het nuttig om een sjabloondocument aan te maken. zelfs tijdens het tekenen van een object! Bij een schaal 1/50 geeft een grijpgrid van bv. een Referentiegrid van bv. Het zichtbare Referentiegrid zou een logische uitbreiding moeten zijn van de huidige scha al. bij het aanmaken van nieuwe projecten. een sjabloondocument wordt steeds geopend als kopie. blauwe punten. 5 cm bij zoomfactor 100% een magnetisch raster op het scherm van 1 mm. ook vooraf gedefinieerde lagen en klassen. deze voorkeuren steeds opnieuw moet instellen. schaal.m. selecteer Grid in het menu Opmaak. Als u inzoomt op uw tekening. zal u merken dat het verspringt op het grid.sta”. Tekenformaat. de enige manier om dit te doen. deze sjablonen bevatten o. heet “VectorWorks standaard.Voorbereidend werk Grid VectorWorks heeft twee verschillende gridsystemen die u kunnen helpen bij het tekenen: Het G rijpgrid is een onzichtba ar grid dat u kan helpen om objecten en tekeningen nauw-keuriger te plaatsen.vwx” van het nieuwe document.en uitgezet worden in het Restrictie-palet of door de Q-toets (bij een A zertytoetsenbord) of de A-toets (bij een Querty-toetsenbord) in te drukken. Het standaard sjabloondocument waarmee VectorWorks altijd opstart. Terwijl u een object sleept. de tekening schuift op. Pijltoetsen Met de pijltoetsen op uw toetsenbord kan u de scherminhoud verschuiven in de richting van de pijl (een halve scherminhoud). 3. We raden u aan deze toetsen vaak te gebruiken. Houd hierbij de muisknop ingedrukt. omdat de scherminhoud vaker moet worden ververst. Handje Het handje is een gereedschap dat de tekening in zijn geheel vastgrijpt en verschuift. laat de muisknop los als u op de gewenste positie bent. Klik in de tekenzone. 3. selecteer het gereedschap Handje. door in en uit te zoomen. . Methode 2: klik op de balk onder de schuifbalk. Schuifbalken de schuifbalken bevinden zich aan de rechter.en onderzijde van de tekenzone. zodat u ziet wat er op de rand van het plan staat. of door de baldpositie te veranderen.6 Aan de slag met VectorWorks . een tekening verschuiven met de schuifbalk gaat iets trager dan met het handje. Automatisch doorschuiven In VectorWorks kan u het aanzicht zeer snel doorschuiven door met het geselecteerde gereedschap tegen de zijkant van de tekenzone aan te stoten. Houd hierbij de muisknop ingedrukt.of uitgezet worden. 2. Methode 1: klik op het pijltje rechts onderaan de tekenzone om het aanzicht van uw tekening per muisklik een beetje naar beneden te verschuiven. sleep de aanwijzer in de richting die u wenst te bekijken en duw de pijl tegen de rand van de tekenzone.navigeren in de tekening Navigeren in de tekening U kan een overzicht van uw werk krijgen door de tekening te verschuiven. druk de muisknop in en sleep in de richting waarin u de tekening wenst te verplaatsen. Merk op: dit is niet hetzelfde als objecten in de tekening verplaatsen! 1. laat de muisknop los. Klik in de tekening en houd de muisknop ingedrukt. selecteer het gereedschap Selecteer (de 2d aanwijzer). Methode 3: sleep de schuifbalk naar beneden. de vensterinhoud wordt naar onder verschoven. Het is alsof u uw hand op een plan op de tafel legt om het even te verschuiven. 2. schuifbalken zijn optioneel en kunnen via de Voorkeuren VectorWorks aan. de venster-inhoud verplaatst zich in dezelfde verhouding. er zijn bijkomende gereedschappen beschikbaar in een 3d omgeving. 1. Hierdoor verandert u de verhouding tussen het aanzicht op het scherm en de werkelijke grootte van de tekening. onderaan links in de tekenzone. Als er één of meerdere objecten geselecteerd zijn terwijl u dit commando selecteert. Zoom op ware grootte Het commando Zoom op ware grootte in het menu Opmaak zal de inhoud van de tekenzone weergeven met zoomfactor 100%. Dynamische zoom Met behulp van het muiswiel kan u dynamisch zoomen. zo groot mogelijk weergegeven binnen de tekenzone. of door de toetsencombinatie Cmd-1 (Mac) of Ctrl-1 (Windows) aan te slaan.w. Hetzelfde resultaat krijgt u ook door één keer te klikken op het gelijkaardige knopje in de Weergavebalk. Zoom in Als dit zoomgereedschap geselecteerd is met de methode Selectiekader. dezelfde toetsencombinatie samen met de Alt-toets zal het geheel verkleinen met factor 4. Zoom uit Als u dubbelklikt op dit gereedschap. dan vergroot u met een factor 2.of uitzoomen op een bepaald punt in de tekening. Zoom op objecten Het commando Zoom op objecten in het menu Opmaak zal het aanzicht in de tekenzone terugbrengen tot de huidige selectie.Aan de slag met VectorWorks . U kan inzoomen als u gedetailleerde handelingen moet verrichten of uitzoomen wanneer u een beter overzicht over het geheel wenst te hebben. de selectie wordt zo groot mogelijk weergegeven binnen de tekenzone. 7 Weergavebalk In het menu Opmaak bevinden zich een aantal commando’s die het aanzicht in de tekenzone aanpassen. dan kan u een kader rond een detail slepen.en uitzoomen. Hetzelfde resultaat krijgt u ook door één keer te klikken op het gelijkaardige knopje in de Weergavebalk. deze commando’s bestaan ook als knoppen in de Weergavebalk. U kan met deze methode vloeiend in. dan zullen ze gecentreerd worden. Het volledige afdrukbare gebied wordt m.navigeren in de tekening Zoomen Met het vergrootglas kan u in. dezelfde toetsencombinatie samen met de Alt-toets zal het geheel vergroten met factor 4. zodat het geheel in één keer maximaal vergroot wordt.a. of door de toetsencombinatie Cmd-2 (Mac) of Ctrl-2 (Windows) aan te slaan. Als u dubbelklikt op dit gereedschap. . dan verkleint u met factor 2. Zoom op tekenformaat Het commando Zoom op tekenformaat in het menu Opmaak zal het aanzicht in de tekenzone terugbrengen naar de inhoud van het Tekenformaat. 2. Klik om het beginpunt te bepalen. met het toetsenbord en gecombineerd.Tekentechnieken Tekentechnieken Tekenmethodes de manier waarop u objecten tekent. 2. Klik/klik tekenmethode 1. 4. 2. Klik om dit punt te bepalen. Klik om het beginpunt te bepalen.8 Aan de slag met VectorWorks . Klik telkens weer om het eindpunt van een segment te bepalen. laat de muisknop los en beweeg de aanwijzer naar het tweede punt. hangt af van de instellingen in de Voorkeuren VectorWorks. U kan tekenen met de muis. Klik op het beginpunt of dubbelklik om het laatste segment te plaatsen. Klik (2) Klik (1) Klik (6) Klik (3) Klik (1) Klik (6) Klik (3) Klik (2) Klik (5) Klik (4) Klik (5) Klik (4) Gesloten polygoon Open polygoon . Een rechthoek tekenen met de klik/klik tekenmethode 1. Open Voorkeuren VectorWorks in het menu Bestand > Voorkeuren. Vink de optie Klik en sleep tekenmethode uit op het tabblad Tekenmethode. Klik (2) Klik (1) Een polygoon tekenen met de klik/klik tekenmethode 1. 4. 5. 3. laat de muisknop los en beweeg de aanwijzer naar het tegenoverliggende hoekpunt. 6. 3. selecteer het gereedschap Polygoon in het palet Basisgereedschappen. selecteer het gereedschap Rechthoek in het palet Basisgereedschappen. Klik om dit hoekpunt te bepalen. 8. selecteer het gereedschap Cirkel in het palet Basisgereedschappen. 3. Klik om dit punt te bepalen. selecteer het gereedschap Rechthoek in het palet Basisgereedschappen.Aan de slag met VectorWorks . selecteer de methode Cirkel d. Beweeg de aanwijzer naar het derde punt. 4. krijgt u een voorvertoning van de cirkel.v. 4. sleep de aanwijzer met ingedrukte muisknop naar het tweede punt (op de cirkelomtrek). drie punten in de Methodebalk. drie punten met de klik en sleep tekenmethode 1. Klik om het beginpunt te bepalen. 9 Een rechthoek tekenen met de klik en sleep tekenmethode 1. Klik om het beginpunt te bepalen.v. 2. laat de muisknop los om dit hoekpunt te bepalen. Vink de optie Klik en sleep tekenmethode aan op het tabblad Tekenmethode. de cirkel wordt geplaatst. 7. Merk op: terwijl u de aanwijzer beweegt. 2. 5. Klik Los Klik+ . 2. laat de muisknop los om dat punt te bepalen. Open de Voorkeuren VectorWorks in het menu Bestand > Voorkeuren.m. sleep de aanwijzer met ingedrukte muisknop naar het tegenoverliggende hoekpunt.m.Tekentechnieken Klik en sleep tekenmethode 1. 6. Los (2) Klik (1) Een cirkel tekenen d. 3. Het ±X-veld in de Methodebalk licht op.v. selecteer een gereedschap. druk tweemaal de Tab-toets in en bepaal een hoogte in het veld ±Y. Bevestig met de enter-toets. Klik om het beginpunt te bepalen. 2. 415 cm) en bevestig met de enter-toets. Polygoon. Mogelijkheid 3 1. 2.10 Aan de slag met VectorWorks . Meer informatie vindt u in het online helpsysteem. sleep de aanwijzer naar rechts. 2. 2. Typ een waarde in het veld ±X (bv. U moet hierbij de muisknop niet ingedrukt houden. het beginpunt. de coördinatenbalk Terwijl u tekent. .v. maakt u gebruik van de Tab-toets. 3. Bevestig met de enter-toets. 1. 6.v. Om dit te doen terwijl u tekent.Tekentechnieken Objecten creëren d.o. 4. bv.o. sla de Tab-toets nogmaals aan en bepaal een lengte in het veld l. het beginpunt en bevestig met de enter-toets. sleep de aanwijzer naar beneden. geef de hoek waaronder het lijnstuk ligt t. druk éénmaal op de Tab-toets. Klik om het tweede punt te bepalen. druk de Tab-toets in tot het veld A oplicht. Klik om het tweede punt te bepalen. Klik om het tweede punt te bepalen. 5. 3. U heeft nu verschillende mogelijkheden om verder te gaan: Mogelijkheid 1 1. Mogelijkheid 4 1. deze balk kan u steeds weergeven naast de objecten. veranderen de gegevens in de Coördinatenbalk. Mogelijkheid 2 1. er verschijnt een gestippelde verticale referentielijn 575 cm rechts t. 2. in het palet Basisgereedschappen.m. 3. In VectorWorks 2008 kan u gebruikmaken van een zwevende Coördinatenbalk. Het is mogelijk deze manueel in te brengen. … . U heeft de grootte van de rechthoek bepaald. kan u kiezen om de coördinaten op te geven via het toetsenbord of om de positie van het invoegpunt in de tekening te bepalen d.m. Klik op het invoegpunt bovenaan links.m.v. 4. 5.Aan de slag met VectorWorks . dezelfde methode werkt ook voor de gereedschappen Lijn. nu het invoegpunt van de rechthoek is bepaald. een muisklik.m. een muisklik 1. deze waarden bepalen de grootte van de rechthoek. Boog. 5. Coördinaten opgegeven via het toetsenbord 1. Klik in de tekenzone. geef 100 cm op in de velden Breedte en Hoogte. Coördinaten opgeven d. Het dialoogvenster Instellingen verschijnt. 2. 11 2. In dit voorbeeld werken we op schaal 1:50.Tekentechnieken Objecten creëren d. 4.o. … links in het dialoogvenster ziet u de Uitlijnmatrix met negen selectieknoppen. 1. dubbelklik op het gereedschap Rechthoek in het palet Basisgereedschappen. Klik op de knop OK. rechtsonder. een vierkant van 100 bij 100 cm zal rechtsonder de aanwijzer verschijnen. Bepaal met een muisklik het invoegpunt van de rechthoek.v. maar VectorWorks weet niet vanuit welk punt u de rechthoek begint te tekenen: linksboven. Vink het vakje Positioneer op volgende muisklik uit. 3. Cirkel. het nulpunt van de tekening door de velden X en Y in het dialoogvenster in te vullen. Ovaal. met als eenheid centimeter. 4. de gereedschapsinstellingen dubbelklik op een tekengereedschap en er verschijnt een dialoogvenster waarin u exacte waarden (afmeting en positie) kan intypen om zo een object te creëren. 3. Klik op de knop OK. 3. Kwartboog.v. Bepaal de coördinaten van het invoegpunt t.v. Vink het vakje Positioneer op volgende muisklik aan. deze komen overeen met de acht controlepunten van een object plus het middelpunt. een vierkant van 100 bij 100 cm zal rechtsonder het invoegpunt verschijnen. 2. dan kan u symmetrisch vergroten of verkleinen. 3. Klik op de verschillende selectieknoppen van de uitlijn-matrix. Merk op: wiskundige bewerkingen (optellen. 2. Plaats de muisaanwijzer op één van de controlepunten van de rechthoek.v.Tekentechnieken In het Infopalet vindt u informatie terug over geselecteerde objecten in een VectorWorks tekening.w a a rd e n ve r a n d e r e n s t e e d s e n g eve n d e coördinaten van het geselecteerde controlepunt weer. de rechthoek wordt in reële tijd vervormd en verplaatst. d e X. Als u aan de controlepunten van een object trekt. 9. 1. Ook hier kan u uw handelingen verifiëren in de Coördinatenbalk.en Y-waarde van het controlepunt gelijktijdig veranderen.12 Objecten aanpassen d. 4. selecteer het tabblad Object in het Infopalet. bv. Klik om de bewerking af te ronden. Klik op het gereedschap Selecteer. U kan de X. het Infopalet Aan de slag met VectorWorks . . de muis Objecten kunnen vervormd of verschaald worden via de Vervorm-aanwijzer.m. een rechthoek.en Y-waarden zullen dan volgens dezelfde verhouding wijzigen. geef nieuwe afmetingen op voor de rechthoek in de velden Breedte en Hoogte. de X. delen.v. 7. 2. 4. 5. Objecten aanpassen d. 6. selecteer bv.e n Y. de positie van het object leest u af in de velden X en Y. Houd hierbij de muisknop ingedrukt. 3. 1. Merk op: als u de Shift-toets ingedrukt houdt tijdens het verplaatsen. een rechthoek. 130 cm en 180 cm. 50 cm naar links en 80 cm naar boven schuiven door in de velden X en Y resp. vermenigvuldigen) kan u rechtstreeks toepassen in het Infopalet.m. 5. is afhankelijk van het type objecten. U kan het Infopalet bovendien gebruiken om de instellingen van objecten aan te passen. selecteer bv. de waarden -50 en +80 toe te voegen. aftrekken. de informatie die u in dit palet te zien krijgt. dan zal de vorm van het object veranderen. laat het object bv. 8. Het object wordt vervormd. Klik en verplaats de aanwijzer. 6. de grootte van het object kan u aflezen in de velden Breedte en Hoogte. maakt u voor de best gebruik van de Tab-toets.m. 1. Het ±X-veld in de Methodebalk licht op. Typ een nieuwe waarde in het veld ±X (bv. 3. 41.Tekentechnieken Objecten aanpassen d. een Polygoon.v. selecteer bv. Om te navigeren doorheen de coördinatenbalk tijdens de aanpassing. druk éénmaal op de Tab-toets. de coördinatenbalk de inhoud van de coördinatenbalk is afhankelijk van het actieve gereedschap. 4.5 cm) en bevestig met de enter-toets. 13 2. .Aan de slag met VectorWorks . eventueel gecombineerd met de toetsencombinatie shift-Tab. In de praktijk wordt het commando Naar voren en Naar achteren weinig gebruikt. Merk op dat de rechthoek zich nu helemaal onderaan bevindt t. 4. selecteer het commando Naar achtergrond in het menu Bewerk > Zend. dan doet u dit in een bepaalde volgorde. Objecten kunnen helemaal vooraan.m. de geselecteerde rechthoek komt nog één niveau naar voren. de geselecteerde rechthoek zal één niveau naar voren komen.14 Aan de slag met VectorWorks .o. Objecten kunnen elkaar dus volledig of gedeeltelijk verbergen door overlapping. 3.v. zoals u uitgeknipte figuurtjes boven elkaar zou kleven in een collage. dikwijls is het makkelijker om het object onmiddellijk helemaal naar de voorgrond (naar voorgrond). 1. 2. het commando Zend. of naar de achtergrond (naar achtergrond) te zenden. van de andere rechthoeken. Alle andere objecten behouden hun oorspronkelijke niveau. Om de stapelvolgorde te ontdekken. elk nieuw object ligt bovenop het vorige. selecteer nogmaals het commando Naar voren.Manipulatie van objecten Manipulatie van objecten Stapelvolgorde Als u objecten tekent in de tekenzone.v. helemaal achteraan. selecteer de bovenste rechthoek (de laatst getekende). creëert u eerst vier rechthoeken die elkaar overlappen. . of stapsgewijs naar voren of naar achteren gezonden worden. selecteer nu het commando Naar voren. U kan de stapelvolgorde veranderen d. Vaak hangt dit af van de specifieke tekenomstandigheden. teken een lijn en laat ze geselecteerd staan. 2. selecteer opnieuw het commando Dupliceer. Verplaats de lijn nu tot ze bijvoorbeeld op dezelfde hoogte ligt als het origineel. Klik op OK. VectorWorks biedt u verschillende mogelijkheden om objecten te dupliceren. een geselecteerd object wordt naar het klembord gekopieerd met het commando Kopieer. selecteer het commando Dupliceer. U moet zelf beslissen welke methode u de meest handige lijkt. 15 De commando’s Kopieer en Plak de methode om objecten naar het klembord te kopiëren en op een andere plaats te plakken. . is dit niet het geval.o. 1. U kan dit doen met de Kopieer-en-plak methode. In het eerste geval wordt het object geplakt daar waar u het laatst met de muis klikte.Aan de slag met VectorWorks . Open Voorkeuren VectorWorks in het menu Bestand > Voorkeuren en vink het vakje Afstand duplicatie aan. de afstand tussen de nieuwe kopie en het eerste duplicaat is dezelfde als de afstand van het eerste duplicaat t. zullen geconverteerd worden naar het Png. selecteer het gereedschap Lijn.Manipulatie van objecten eén van de voordelen van CAd-pakketten is dat u objecten opnieuw kan gebruiken zonder ze telkens opnieuw te moeten tekenen. dit is uiteraard ook mogelijk in VectorWorks. Het object dat zich op het klembord bevindt. het origineel.of JPeg-formaat met mogelijk een verlies aan resolutie als gevolg. selecteer opnieuw het commando Dupliceer. 6. Merk op: afbeeldingen die uit andere programma’s worden gekopieerd. 4. is algemeen gekend bij Macintosh en Windows gebruikers. Veronderstel dat u een reeks lijnen moet tekenen met een onderling bepaalde afstand. 7. Het commando Dupliceer Het commando Dupliceer kan op de volgende manieren gebruikt worden: u kan het duplicaat exact op het originele object plaatsen of u kan het object dupliceren met telkens een afstand ertussen. met het commando Serie duplicaten of aan de hand van Alt-sleep (Mac) of Ctrl-sleep (Windows). dit geldt zowel tussen lagen als tussen documenten. laat de lijn geselecteerd staan. 5.v. Met Plak op zijn plaats zal de locatie van het geplakte object exact overeenkomen met de positie van het originele gekopieerde object. kan in een tekening geplakt worden met het commando Plak of Plak op zijn plaats. 3. met het commando Dupliceer. Voor afbeeldingen die binnen VectorWorks gekopieerd worden. maar is eigenlijk de snelste en meest eenvoudige. rechthoekig of cirkelvormig in serie dupliceren. selecteer het commando Serie duplicaten.16 Aan de slag met VectorWorks . U verplaatst niet het origineel. Om het dupliceren te versnellen gebruikt u best het toets-equivalent Ctrl-d. 2. er zullen zes kopieën van de lijn verschijnen. telkens op een afstand van vijf cm achter elkaar. 1. Met het commando Serie duplicaten kan u een zeer ingewikkelde reeks van kopieën maken. een uitgebreide uitleg over dit commando vindt u in het online helpsysteem. Dupliceren via Alt-sleep (Mac) of Ctrl-sleep (Windows) elk geselecteerd object kan gedupliceerd worden door de Alt-toets (Mac) of de Ctrl-toets (Windows) in te drukken terwijl u het object naar een andere plaats sleept. 3. Typ het getal 6 in het invoerveld Aantal en het getal 5 in het veld X-afstand. Het commando Serie duplicaten Met het commando Serie duplicaten kunnen meerdere objecten tegelijkertijd gecreëerd worden. Selecteer-aanwijzer Verplaats-aanwijzer Dupliceer-aanwijzer .Manipulatie van objecten U ziet dat het commando Dupliceer opeenvolgende of een aaneensluitende reeks kopieën creëert die op eenzelfde afstand van elkaar liggen. (Windows) of Cmd-d (Macintosh) dit werkt sneller dan telkens terug het menu op te zoeken en het commando daar te selecteren. Trek met het gereedschap Lijn een lijn met een hoogte van 20 cm. Klik op OK. deze techniek wordt vaak over het hoofd gezien. deze afstand wordt bepaald door de afstand tussen het originele object en de eerste kopie. U kan objecten lineair. maar een duplicaat van het geselecteerde object. laat deze geselecteerd staan. Wenst u een object te verplaatsen volgens de cartesiaanse methode. Is het object niet gevuld. 2. Wenst u een object te verplaatsen volgens de polaire methode. sleep de aanwijzer in de gewenste richting en u zal zien dat het object (de groep) zich meebeweegt. typ dan een waarde in voor de hoek en de afstand. Klik op OK. laat de muisknop los als het object zich bevindt waar u wenst. 7. dan kan u op elk willekeurig object van de groep klikken. Met het commando Verplaats kan u een object volgens een exacte afstand verplaatsen. dit is een van de redenen waarom we vlakken praktisch altijd een witte of egale vulling meegeven.Manipulatie van objecten Objecten verplaatsen Objecten kunnen verplaatst worden met de aanwijzer. dan moet u op één van de omtreklijnen klikken. Als u meerdere objecten selecteert. Als u meerdere objecten verplaatst. selecteer een object.Aan de slag met VectorWorks .en y-richting) 1. Het meest eenvoudige is het gebruik van de aanwijzer. Plaats de selecteer-aanwijzer op de te verplaatsen objecten. selecteer een object. 4. 3. de selecteer-aanwijzer verandert in een Verplaats-aanwijzer. selecteer het commando Verplaats. zodat de verplaatsing van het object nauwkeurig bepaald wordt. dan zullen deze zich als één geheel bewegen. zodat de aanwijzer er makkelijk toe aangetrokken wordt. 17 Verplaats objecten met de muis 1. Het geselecteerde object wordt verplaatst volgens de ingevulde afstand. dan kan u op elke willekeurige plaats in dat object klikken. Als het object een patroonvulling heeft. kan u de objecten verplaatsen over een zekere afstand en onder een bepaalde hoek (Polair) of volgens X. typ dan een waarde in voor de X. Het zwarte pijltje van de aanwijzer verandert in een holle pijl. U kan de geselecteerde objecten ook veranderen van laag of klasse via het Infopalet. . 5. 4. U typt de gewenste waarden in (horizontaal/verticaal of polair). U kan objecten verplaatsen naar andere lagen of documenten door te knippen of te kopiëren en hierna de objecten te plakken. 2. u kan een object magnetisch maken. Met het dialoogvenster dat nu verschijnt. 3. 6.en Y-coördinaten (Cartesiaans). Verplaats (x. 5.en Y-as. Klik met de Verplaats-aanwijzer op het object dat u wenst te verplaatsen en houd de muisknop ingedrukt. door commando’s of met behulp van dialoogvensters. elke methode heeft zijn eigen voordelen. 1. Het commando is niet bruikbaar als er een 2d object geselecteerd is. 1. selecteer het commando Knip in het menu Wijzig. 4. Bij het gewone Plak commando wordt het object geplakt daar waar u voor het laatst de muisknop indrukte. Aan de slag met VectorWorks . Teken een rechthoek in de rechter bovenhoek van het documentvenster. U kan net voor u plakt de muisknop op een bepaalde plaats in de tekening indrukken om zeker te zijn dat het object geplakt wordt daar waar u wenst. deze gedragen zich dan als één geheel. de rechthoek verdwijnt en bevindt zich nu op het klembord. Vergeet niet dat objecten ook naar een andere laag overgebracht kunnen worden door de objecten in de laag te selecteren en in het Infopalet een andere laag voor de objecten te kiezen..Manipulatie van objecten selecteer een object. selecteer het 3d object dat u wenst te verplaatsen. 2. 4. Y. Pas de waarden in de X. Klik OK. y. . zonder daarom haar positie te veranderen.(en eventueel Z) coördinaten van het object. selecteer het commando Plak in het menu Wijzig. selecteer het commando Plak op zijn plaats in het menu Wijzig. Het Plak op zijn plaats commando zal aan het object dezelfde coördinaten geven als het gekopieerde object. kan u met deze commando’s objecten ook verplaatsen naar andere lagen of documenten. 2. 3.en z-richting) Met dit commando kunnen 3d objecten ruimtelijk verplaatst worden. U kan ook meerdere objecten selecteren. 2. 4. dit geeft u de mogelijkheid een object van laag of tekening te veranderen. Y. 3. Verplaats 3D (x-. Typ een waarde in het X-. druk op de enter-toets ter bevestiging van de ingevulde waarden. selecteer het Infopalet in het menu Paletten.of Z-veld. een kopie van de rechthoek verschijnt op exact dezelfde plaats in uw tekening. selecteer het commando Verplaats 3D. een kopie van de rechthoek verschijnt in het midden van uw tekenblad. dan onthoudt VectorWorks de X. een selectie van meerdere 3d objecten zal zich als groep gedragen. Wanneer een object op het klembord wordt geplaatst. Knip (kopieer) en plak Zoals u objecten kan dupliceren met de commando’s Kopieer en Plak.18 Verplaats via het Infopalet 1. 3.en Y-velden aan. laat het object geselecteerd staan. Zichtvensters. symbolen en zelfs scripts kunt u toevoegen aan het Hulpbronnenpalet. let op: voeg alleen hulpbronnen toe die u in (bijna) elk project gebruikt. verwarming. kan u gebruikmaken van Sjablonen. dit venster heeft verschillende tabs waarin Klassen. Eenheden en Tekenformaat in te stellen. . ga naar het menu Opmaak om eigenschappen zoals Schaal ontwerplaag. Klassen en Presentatielagen toe. In sjabloondocumenten vindt u ook standaardlagen en -klassen. of een klasse met ruwbouw voor de aannemer. Hieronder voegen we aan het standaarddocument Ontwerplagen. elke laag kan een eigen schaal en een eigen bouwlaaghoogte krijgen. Hulpbronnen kunnen immers de grootte van uw bestand aanzienlijk vergroten. om meteen met de juiste documentinstellingen te kunnen beginnen tekenen. deze informatie kan u het beste ordenen door voor elke categorie een aparte Merk op: Lagen verenigen objecten die ruimtelijk samenhoren. een klasse is een bijkomende methode om objecten in uw tekening te ordenen. klassen verenigen objecten die inhoudelijk samenhoren. Met klassen kan u de informatie in een specifieke Ontwerplaag nog verder indelen.vectorworks. Zichtbaar en Onzichtbaar. om deze in te stellen. naar het menu Organiseer en open het Organisatievenster. 7. Ontwerplagen verenigen objecten die ruimtelijk samenhoren. ga. bevindt zich automatisch op een laag.sjabloondocumenten aanmaken 19 Sjabloondocumenten aanmaken Om te vermijden dat u bij elke nieuwe projecttekening gegevens zoals schaal. arceringen. door de verschillende lagen heen. 6. Op de Ontwerplagen verzamelt u alle gegevens van uw ontwerp. de lijndiktes en lijnpatronen zijn bijvoorbeeld instellingen die u uit andere documenten kan importeren of zelf kan aanpassen aan uw kantoorstandaard. Het Organisatievenster laat u toe om alle structuren van een VectorWorksdocument vanuit één dialoogvenster te beheren. deze kenmerken bevinden zich in het menu Opmaak > Voorkeuren kenmerkenpalet. elke laag heeft ook 3 mogelijke zichtbaarheidtoestanden: Grijs. Ontwerplaag te maken. sjablonen zijn VectorWorksdocumenten waarin uw persoonlijke documentinstellingen of de tekenvoorkeuren van uw kantoor reeds correct ingesteld zijn.. Raadpleeg de website www. eenheid of lijndikte steeds opnieuw moet instellen. Klik in het Organisatievenster op het tabblad Ontwerplagen. Klik in het Organisatievenster op het tabblad Klassen. Om een sjabloondocument te maken doet u het volgende: 1. elektriciteit. Het kleurenpalet.. U creëert dan een Ontwerplaag voor bijvoorbeeld de gelijkvloerse verdieping / begane grond. enz. 3. voor de tweede verdieping enzovoort.be/aandeslag of www. Vaak gebruikte verlopen. Ontwerp-/Presentatielagen. de figuur op de volgende pagina toont u een voorbeeld van enkele mogelijke standaardontwerplagen in een sjabloondocument. waterleiding voor de loodgieter. Aan uw standaard kantoordocument kan u vaak gebruikte hulpbronnen toevoegen. voor de eerste verdieping. de instellingen van het Kenmerkenpalet kan u aan uw voorkeuren aanpassen. er worden ook standaardsjablonen meegeleverd. 4. Bewaarde tekenzones en Abonnementen weergegeven worden.vectorworks. 2. 5. Veel sjabloondocumenten maken gebruik van gestandaardiseerde Lagen en Klassen. Klassen verenigen objecten die inhoudelijk samenhoren. Meer informatie over het verschil tussen lagen en klassen vindt u in het online helpsysteem dat wordt meegeleverd met VectorWorks. Zo kan u bijvoorbeeld een klasse maken per leverancier.Aan de slag met VectorWorks .nl/aandeslag voor aanvullende informatie en videomateriaal over deze en andere oefeningen. Het volstaat om bij het openen van een nieuw document te kiezen voor uw eigen sjabloondocument. Open een nieuw Blanco document vanuit het menu Bestand > Nieuw. elk object dat in de tekening geplaatst wordt. is die meteen beschikbaar in alle Ontwerplagen. een bijkomend voordeel van klassen is dat u via klassen grafische kenmerken kan opleggen aan objecten. . details. onzichtbaar of grijs weergeven – en dit voor alle Ontwerplagen tegelijk. de Presentatielagen in VectorWorks worden gebruikt om de verschillende soorten ontwerpinformatie – plannen. aanzichten. Klassen zijn daarom een bijzonder efficiënte manier om uw tekening te ordenen. Wanneer u een klasse aanmaakt. doorsneden. de figuur hieronder toont u een voorbeeld van enkele mogelijke standaardklassen in een sjabloondocument. Bovendien kan u de klassen (en de aan de klasse toegekende objecten) zichtbaar. Klik in het Organisatievenster op het tabblad Presentatielagen. 8. en het meubilair aan de klasse Interieur.sjabloondocumenten aanmaken Zo kan u bijvoorbeeld de rioleringsobjecten toekennen aan de klasse Riolering. de elektriciteitselementen aan de klasse elektriciteit.20 Aan de slag met VectorWorks . Werkt u in een kantoor met meerdere VectorWorksgebruikers. elke Presentatielaag stelt daarbij één afdrukbaar blad voor. selecteer het commando Bewaar als sjabloon. 3. een grootte en de positie van het nulpunt kan instellen.. Plug-Ins. Bij het openen van een nieuw document kunt u nu uw zelfgemaakte sjabloon selecteren en gebruiken. dan kan u dit document bewaren als een sjabloondocument in uw gebruikersmap. . Wanneer u een blanco document volledig hebt opgemaakt volgens uw persoonlijke voorkeur of volgens de geldende kantoorstandaarden. dan kan u er zo voor zorgen dat alle VectorWorksgebruiker altijd dezelfde sjabloondocumenten gebruiken. Het spreekt voor zich dat u voor elke Presentatielaag een resolutie. In het dialoogvenster geeft u de naam op waaronder u het document wenst te bewaren. de plaats waar een sjabloondocument wordt opgeslagen. In deze map creëer t 21 VectorWorks automatisch submappen met bibliotheken. standaarden.Aan de slag met VectorWorks . 2. sjablonen en werkomgevingen. U kan ze dus ook laten opslaan op een centrale computer (server). In veel sjabloondocumenten worden de Presentatielagen voorzien van bladkaders of bedrijfslogo’s. In het onderstaande dialoogvenster vindt u een aantal standaardpresentatielagen met verschillende bladformaten en een afdrukresolutie van 300 dpi. Werkt u met een anderstalig systeem.. let op: dit dialoogvenster is systeemafhankelijk. dan wordt in dit dialoogvenster de taal (en het uitzicht) van uw systeem gebruikt. 1. meetstaten / staten van hoeveelheid en meer – op een of meerdere bladen te schikken. in het menu Bestand.sjabloondocumenten aanmaken situatieplannen. instellingen. kan u via de Voorkeuren van VectorWorks zelf bepalen. geef het een herkenbare naam en klik op Opslaan. Open een nieuw document en stel centimeter in als standaardeenheid. Verandert de tekening. dan kan u die informatie rechtstreeks aflezen in het Infopalet.nl/aandeslag voor aanvullende informatie en videomateriaal over deze en andere oefeningen. 2.Calculatie met rekenbladen en records Calculatie met rekenbladen en records In VectorWorks kan u gebruikmaken van een ingebouwd rekenblad.vectorworks. Teken drie willekeurige vlakken met de gereedschappen uit het palet Basisgereedschappen. hoogte of aantallen uit de tekening laten weergeven in een tabel op uw tekening. dan kan u de waarden in die tabel gemakkelijk laten herrekenen.vectorworks. let op: als u de oppervlakte of omtrek nodig hebt van een enkel vlak. lengte. Raadpleeg de website www. of de samengevoegde oppervlakte of omtrek van een groep vlakken.22 Aan de slag met VectorWorks . dit rekenblad laat u toe om informatie uit de tekening te distilleren en er berekeningen mee te maken.be/aandeslag of www. Voorbeeld 1: oppervlakte en omtrek in een tabel weergeven In dit voorbeeld stellen we een rekenblad zo in dat de oppervlakte en de omtrek van 2d-vlakken er in getoond worden. 1. Zo kan u bijvoorbeeld oppervlakte. de afmetingen en vormen kiest u zelf. . dan zal altijd de klasse lokalen verschijnen in het Infopalet. selecteer het commando Klassen uit het menu Organiseer > Klassen.Calculatie met rekenbladen en records 3. selecteer één van de . weer te geven in het rekenblad. de klasse lokalen is nu toegekend aan de geselecteerde vlakken. selecteer de drie willekeurige vlakken en plaats ze in de klasse lokalen via de keuzelijst Klasse in het tabblad Object van het Infopalet. tenzij u de toegekende klasse verandert in een andere klasse. Maak een nieuwe klasse aan. 5. de gecreëerde klasse verschijnt in de keuzelijst Klasse op het tabblad Object van het Infopalet. 6. Als u later een vlak selecteert.Aan de slag met VectorWorks . deze klasse noemen we lokalen. Het plaatsen van objecten in een klasse maakt het makkelijker om alleen de objecten die in die specifieke klasse zitten. 23 4. Open het Infopalet. Klik op OK. er wordt een dialoogvenster geopend waarin u een naam ingeeft en het aantal rijen en kolommen van het rekenblad bepaalt. elk vlak heeft nu zijn unieke naam en ze behoren allemaal tot dezelfde klasse lokalen.24 Aan de slag met VectorWorks . duid cel B1 aan en vul in de Formulebalk de tekst Oppervlakte in en druk eveneens op de enter-toets. Voor alle duidelijkheid: dit zijn geen formules. Het rekenblad wordt geopend. Bevestig het ingevoerde door op de enter-toets te drukken. In het dialoogvenster selecteert u Rekenblad. Het dialoogvenster Criteria wordt geopend.Calculatie met rekenbladen en records vlakken. selecteer cel C1 en vul in de Formulebalk de tekst Omtrek in. een keuzemenu verschijnt. Herhaal dit voor de twee andere vlakken en geef ieder vlak een unieke naam. Bevestig deze waarde met de enter-toets. Klik op de knop OK. Open het Hulpbronnenpalet en selecteer het commando Nieuwe hulpbron in het submenu Hulpbronnen. Activeer cel A1 in het rekenblad en typ in de Formulebalk de tekst Naam in. zullen dan automatisch in het rekenblad getoond worden in subrijen van de Record-rij. keuken). Klik op rij 2 en houd de muisknop ingedrukt. 7. 9. Formules worden altijd voorafgegaan door het gelijkheidsteken (=). Kies de optie Definiëer als Recordrij. . 8. Maak het aantal rijen en kolommen niet onnodig groot en neem voorlopig de standaardinstelling. In dit venster bepaalt u de filters of criteria waarmee u objecten uit de tekening wilt isoleren. Klik in het Infopalet op het tabblad Gegevens en vul in het bovenste vak een naam in voor dit vlak (bv. Klik op de knop Creëer. de objecten die aan die criteria voldoen. 3. passe. we de formule aan door te delen door 10. 2.2 en 2. de namen van de verschillende vlakken verschijnen in de subrijen. In het rekenblad ziet u drie subrijen verschijnen. selecteer cel B2 en plaats eerst het gelijkheidsteken in de Formulebalk. 14. de afkorting van de oppervlakte verschijnt in de formulebalk. selecteer Opp in de keuzenlijst en klik OK. 13. 12. In de eerste keuzelijst van het dialoogvenster Criteria kiest u Klasse als zoekcriterium. Om de oppervlakte weer te geven in vierkante meter. 2.000. de cellen zijn echter nog leeg. de oppervlakte van de verschillende vlakken verschijnt in de subrijen. Omdat de tekening weergegeven wordt in centimeter (de ingestelde eenheid).1. . 25 11. nl. In de tweede keuzelijst kiest u voor de optie “is”. Klik op OK om het criterium te bevestigen. moeten we formules definiëren. Bevestig de formule met de enter-toets. bevestigen we de formule. door op de enter-toets te drukken.) centimeter. Met deze 3 opties stelt u een filter in die er voor zorgt dat alleen de objecten in de klasse lokalen getoond zullen worden in het rekenblad.Calculatie met rekenbladen en records 10. Bevestig met de enter-toets.Aan de slag met VectorWorks . VectorWorks vindt dus drie objecten die voldoen aan de gestelde criteria. selecteer cel A2 en tik =N in de Formulebalk (n is de afkorting voor Naam). Open het menu Rekenblad en selecteer Voeg functie toe. In de derde keuzelijst selecteert u de klasse Lokalen. Om in de cellen informatie te laten weergeven over oppervlakte en omtrek. wordt ook de oppervlakte getoond in (vierk. delen we de formule door 100. er wordt een dialoogvenster geopend waar u op het tabblad Getal de instelling Decimaal selecteert. centimeter.3). Het rekenblad kan u in tabelvorm op de tekening plaatsen door het icoon van het rekenblad uit het Hulpbronnenpalet in de tekenzone te slepen. B2.26 Aan de slag met VectorWorks . Klik OK. Om de omtrek weer te geven in meter i.v. . maar vul in het invoerveld Achtervoegsel ‘m’ in als eenheidsaanduiding voor de omtrek. selecteer in het menu Rekenblad het commando Veldopmaak. selecteer cel C2 en zet het gelijkheidsteken in de Formulebalk. Zo wordt uw calculatieblad samen met uw ontwerp afgedrukt. dan wordt het rekenblad herrekend wanneer u het commando Herreken selecteert in het menu van het rekenblad. Klik op OK.Calculatie met rekenbladen en records 15. U herhaalt dit voor de getallen van de rekenbladkolom C. voegt u vlakken toe in dezelfde klassen of verwijdert u vlakken.p. 19. 17. Bevestig de formule met de enter-toets. 18.1. selecteer Omtr om de omtrek te berekenen en klik OK. Wijzigt u een van de getekende vlakken. Open het menu Rekenblad en selecteer Voeg functie toe. 16. selecteer nu de kolom B (inclusief B2. In het invoerveld Aantal decimalen vult u ‘2’ in en in het invoerveld Achtervoegsel vult u ‘m2’ als eenheidsaanduiding voor de oppervlakte.2 en B2. de schakelaar wordt verplaatst naar het Hulpbronnenpalet. Klik op OK. Open het Hulpbronnenpalet en selecteer het commando Nieuwe hulpbron in het submenu Hulpbronnen. Vink als Type Getal aan en vul de standaardwaarde ‘75’ in.Aan de slag met VectorWorks . er wordt een dialoogvenster geopend waarin u de naam invult voor het record. In het dialoogvenster kiest u de optie Record.Calculatie met rekenbladen en records Voorbeeld 2: symbolen koppelen aan records. geef het de naam Schakelaar enkel. Klik op de knop Creëer. lijst met velden in het record. 3. Teken een eenpolige schakelaar en groepeer de onderdelen van deze schakelaar. 27 2. In het dialoogvenster Creëer record klikt u op de knop Nieuw om een nieuw veld toe te voegen aan de 4. selecteer de de schakelaar en maak er een symbool van met het commando Creëer symbool uit het menu Organiseer. . In dit voorbeeld voegen we met behulp van een Record informatie zoals prijs. In het dialoogvenster Veld vult u bij het veld Naam de waarde ‘Prijs’ in. kleur en leverancier toe aan objecten in de tekening. geef het record de naam ‘schakelaars’. Met een Rekenblad maken we een overzicht van deze objecten en hun informatie. 5. Open een nieuw document en stel centimeter in als standaardeenheid. 1. Vul in het veld naam de waarde ‘Fabrikant’ in. 11. 10. 9. en als standaardwaarde vult u ‘lithos’ in. druk op de knop OK in het dialoogvenster Creëer record. druk nogmaals op de knop Nieuw. Vul in het veld naam de waarde ‘Type’ in. Vul in het veld naam de waarde ‘Kleur’ in. 7. Wanneer u nu een schakelaarsymbool in de tekening plaatst.Calculatie met rekenbladen en records 6. en als standaardwaarde vult u ‘enkelpolig’ in. is de recordinformatie er automatisch aan gekoppeld. ‘Type’ en andere velden de standaardwaarden gebruikt. Het dialoogvenster Koppel record wordt geopend. Het record schakelaars is nu klaar. Bij Type vinkt u Tekst aan. selecteer in het Hulpbronnenpalet het symbool en klik er met de rechtermuisknop op. In dit dialoogvenster vinkt u de record ‘schakelaars’ aan door links van de naam te klikken. druk nogmaals op de knop Nieuw. en als standaardwaarde vult u ‘li11301’ in. dit record willen we koppelen aan het schakelaarsymbool. 8. druk nogmaals op de knop Nieuw. In het contextuele menu selecteert u het commando Koppel. 12. Bij Type vinkt u Tekst aan. Bij Type vinkt u Tekst aan.28 Aan de slag met VectorWorks . 13. Bij Type vinkt u Tekst aan. Klik op OK. U kan dit het gemakkelijkste doen door het symbool uit het Hulpbronnenpalet in de tekening te slepen. U kan die standaardwaarden indien nodig echter ook veranderen door andere waarden. en als standaardwaarde vult u ‘RVs’ in. . normaal gezien worden voor ‘Fabrikant’. 14. Plaats enkele exemplaren van het schakelaarsysmbool in de tekening. Vul in het veld naam de waarde ‘Bestelnummer’ in. Klik op OK om de koppeling te bevestigen. druk nogmaals op de knop Nieuw. Pas het commando Creëer rapport… toe uit het menu Organiseer. de overige instellingen hoeft u niet te wijzigen – een druk op de knop OK volstaat om het rekenblad aan te maken. We wijzigen dit in ‘Alu grijs’ en drukken op de Enter-toets om te bevestigen. Klik op het tabblad Gegevens. In dit voorbeeld klikken we op de veldnaam ‘Kleur’. eenmaal gewijzigd heeft het veld in kwestie een andere waarde gekregen. In het bovenste vak ziet u de koppeling tussen het symbool en het record ‘schakelaars’. 17. In het vak daaronder vindt u de verschillende velden die bij het record horen.Calculatie met rekenbladen en records 15. In het dialoogvenster geeft u het rekenblad een toepasselijke naam. Zoals voorheen kunnen we ook dit rekenblad via het Hulpbronnenpalet makkelijk in de tekening plaatsen. . de standaardwaarde voor elk veld staat naast de veldnaam vermeld. deze symbolen gebruiken automatisch de standaard recordwaarden. zoals ‘Overzicht schakelaars’. We gaan deze waarden voor één symbool wijzigen. Het rekenblad wordt automatisch geopend en toont alle recordinformatie van de objecten die aan het record gekoppeld zijn. 16. Wanneer u op een veldnaam klikt. de waarde in dit vak kan u wijzigen. selecteer een van de symbolen en open het Infopalet. dan verschijnt de waarde van het veld in het derde vak in het Infopalet. 18. Vervolgens kiest u uit de eerste keuzelijst de mogelijkheid Objecten met een record. Van deze symbolen met recordinformatie kunnen we gemakkelijk 29 een overzicht op-roepen. de standaardwaarde voor dit veld is ‘RVs’.Aan de slag met VectorWorks . U tekent daarbij best van rechts naar links: op deze manier is het binnenspouwblad naar onderen gericht. Raadpleeg de website www. de nieuw geplaatste muur heeft geen kapjes aan zijn uiteinden. dan kan u snel een tekening aanmaken volgens het principe van overlappende vlakken met de gereedschappen Rechte muur en Schouwpot uit het palet Aanvullende gereedschappen. U vindt dit gereedschap in het palet Constructie van het set Aanvullende gereedschappen. de muur rond het verluchtingskanaal sluit automatisch aan op het binnenspouwblad.30 Aan de slag met VectorWorks .be/aandeslag of www. Interieur of Tuin. .vectorworks. Begin de muur op de hoek links bovenaan van het verluchtingskanaal. 3. In het Infopalet kiest u bij het veld Kapjes de waarde ‘geen’. bijvoorbeeld ‘Be InT 15’. indien u de Automatische muurverbindingen heeft aangevinkt bij de voorkeuren. Verzeker u er van dat de optie Invoeglijn aan de linkerrand aangevinkt is. anders zal u bij het verdere tekenwerk problemen ondervinden met het plaatsen van de muur rond het verluchtingskanaal. Vergeet niet in de methodebalk de optie Invoegen in muur uit te schakelen. Kies zelf het gewenste type door in de methodebalk op de knop Instellingen te klikken. zoals VectorWorks Architectuur. selecteer het gereedschap Rechte muur uit het palet Architectuur van het set Aanvullende gereedschappen.nl/aandeslag voor aanvullende informatie en videomateriaal over deze en andere oefeningen. en volg de hoekpunten van het verluchtingskanaal in tegenwijzerzin tot deze muur weer aansluit met het binnenspouwblad.vectorworks. selecteer terug het gereedschap Rechte muur en kies als muurtype een binnenmuur van 15 cm. Plaats een verluchtingskanaal tegen de muur met het gereedschap Schouwpot. 5. In de afbeelding hieronder ziet u het resultaat. Zo zullen de uiteinden van de muur verborgen worden. dan kan dat met de knop Muurrichting omkeren in het Infopalet. zoals 4. Plaats de muur door eerst het beginpunt en daarna het eindpunt vast te leggen. 2. Indien u de oriëntatie van de muur wilt wijzigen. In de methodebalk selecteer u uit de keuzelijst het type muur ‘Be eXT 30 BisB – spouw – Parament 15-5-10’. 1.Overlappende vlakken en objecten uitlijnen Overlappende vlakken en objecten uitlijnen Indien u een branchegericht versie van VectorWorks gebruikt. en 3d-gereedschappen. Raadpleeg de website www. dan kan u met een van de trapgereedschappen snel een trap in zowel 2d als 3d in de tekening plaatsen. Wanneer u gebruik maakt van een brancheversie. Hieronder vindt u enkele voorbeelden van trappen die in enkele minuten met het parametrische trapgereedschap getekend zijn. U kan een trap echter ook tekenen met de meer traditionele 2d.be/aandeslag of www.vectorworks. Met behulp van diverse parameters kan een dergelijke trap vlot aangepast worden. Beide weergaven voegen we samen tot één object zodat het een hybride symbool wordt.Aan de slag met VectorWorks . In dit voorbeeld tekenen we een steektrap in 2d en 3d.vectorworks.steektrap in 2d en 3d/Hybride symbolen 31 Steektrap in 2D en 3D/Hybride symbolen In VectorWorks kan u op twee manieren trappen tekenen.nl/aandeslag voor aanvullende informatie en videomateriaal over deze en andere oefeningen. zoals VectorWorks Architectuur of VectorWorks Interieur. . Bevestig dit door op de knop OK te klikken. selecteer de twee objecten en activeer het commando Serie duplicaten. de laatste trede zou de waarde 16 moeten hebben. We willen in totaal 15 treden. Vervolledig de steektrap door de looprichting en de afbreeklijnen te tekenen. 9. laat de rest van de instellingen ongewijzigd en klik op OK. geef 0 cm olp in het X-veld en 25 cm in het Y-veld. Vink voor de verticale richting Verdeel en Gelijke tussenruimte aan. in het menu Wijzig > Dupliceer. Aan de slag met VectorWorks . In het instellingenvenster kiest u voor een lineaire serie als duplicatievorm en kiest u voor Cartesiaanse coördinaten. U vindt beide gereedschappen terug in het palet Basisgereedschappen.. selecteer alle delen boven de afbreeklijn en ken ze via het Kenmerkenpalet het lijntype Stippellijn toe. dan is deze trap altijd beschikbaar in het Hulpbronnenpalet en dan kan u deze trap ook in elke andere tekening gebruiken. Plaats het invoegpunt op de linkeronderkant van de onderste trede. deze trap wordt als een 2d-symbool opgeslagen in het Hulpbronnenpalet van het huidige document. 5. Omdat er al een trede getekend is. 7. selecteer de volledige trap en pas het commando Creëer symbool toe uit het menu Bewerk. Bij deze instelling moet u zelf het invoegpunt van het symbool bepalen. 3. zodat elke trede een nummer krijgt.en vink de optie Volgende muisklik aan.32 Steektrap in 2D 1. vullen we als aantal 14 in. 8. .. Plaats op 5 cm afstand van de onderkant een stippellijn om de tegentrede weer te geven. Met de aanwijzer kan u het invoegpunt (ankerpunt) van het symbool aanklikken. selecteer alle nummers en activeer het commando Lijn uit/Verdeel. Open het dialoogvenster van de Instellingen via de methodebalk. Wanneer u het document toevoegt aan de Favorieten in het Hulpbronnenpalet. Met de aanwijzer klikt u op de hoek links onderaan van elk vlak. In horizontale richting kiest u voor Lijn uit en Middelpunt.. de delen tussen de afbreeklijnen kan u eruit knippen met het gereedschap Schaar. Voer in het veld Gegevens de waarde 1 in.. 2. selecteer het gereedschap Getalstempel in het palet Aanvullende gereedschappen. Klik op OK. dan kunnen we dit aanpassen het commando Lijn uit/Verdeel. Bij het openen van het document kan u het symbool Steektrap 100 cm steeds oproepen vanuit uw Hulpbronnenpalet en/of het gereedschap Plaats 2D/3D symbool. 4. Indien de nummers niet correct verdeeld of uitgelijnd zijn. 10. geef het symbool in het dialoogvenster een toepasselijke naam bijvoorbeeld Steektrap 100 cm . Het cijfer 2 in het icoon van het symbool duidt aan dat het een 2d-symbool betreft.steektrap in 2d en 3d/Hybride symbolen Teken een rechthoek van 25 cm bij 100 cm. 6. de afbreeklijnen tekent u met het gereedschap Dubbele lijn. Verander het aanzicht naar Rechts via het 4. geef deze rechthoek een extrusiewaarde van 20 cm. Met het gereedschap Gom uit het palet Basisgereedschappen maakt u de trapopening in de bovenste vloer. 33 2.finaal uit het menu Weergave > Rendering in aanzicht 2D Plan. In het Y-veld vult u de bewerking ‘280/16’ in. VectorWorks rekent de verplaatsing in de hoogte voor u uit. de onderste trede kan u verwijderen. 6. Verander het aanzicht naar Rechts via het menu Weergave > Standaard aanzichten. Vul in het invoerveld Aantal de waarde ‘16’ in. Het 3d-deel tekenen we eerst in doorsnede. Teken de trapboom met behulp van een polygoon. selecteer de vlakken die de vloerplaten voorstellen en pas er het commando Extrusie uit het menu 3D op toe. selecteer deze traptrede. Met de tweede optie kan u een duplicaat van de trapboom plaatsen aan de andere kant van de treden. Teken twee rechthoeken met een licht-grijze vulling volgens de afmetingen die u hiernaast ziet. de treden een extrusiewaarde van 100 cm.. Klik op Instellingen in de Methodebalk en voer de waarde 1 in. Positioneer een derde rechthoek van 5 cm bij 25 cm zodanig dat zijn bovenkant gelijk loopt met de bovenkant van de onderste vloer. de figuur hiernaast toont een gerenderde weergave van het type Polygoon beschaduwd . de informatie in deze tekening kan u gemakkelijk transformeren in een 3d-model. In het X-veld voert u ‘20cm’ in. deze rechthoek stelt de doorgesneden traptrede voor. selecteer het commando Serie Duplicaten. . Klik op OK. in het menu Wijzig > Duplicaten. Klik op OK om de bewerking uit te voeren. Versleep de trapboom tot die naast de treden staat. waarbij 280 de hoogte is van vloer tot vloer en 16 het aantal traptreden.. 5. dat kan u doen met het gereedschap Versleep uit het palet Basisgereedschappen.steektrap in 2d en 3d/Hybride symbolen Steektrap in 3D Aan de 2d-trap kunnen we een 3d-component toevoegen.Aan de slag met VectorWorks . 3. Verander het aanzicht naar 2D Plan via het menu Weergave > Standaard aanzichten en selecteer de trapboom. In het aanzicht 2D plan vervolledigen we de bovenste vloerplaat. Teken een rechthoek die de twee vloerdelen verbindt. 1. In het dialoogvenster geeft u als extrusiewaarde 300 cm op. dit is het aantal treden dat we willen bekomen. deze rechthoeken stellen de doorgesneden vloerplaten voor. de trapboom geeft u een extrusiewaarde van 5 cm. In de icoonweergave van de trap in het Hulpbronnenpalet verschijnt een 2 en een 3. Hybride symbool de 3d-voorstelling van de trap kunt u koppelen aan het 2d symbool Steektrap 100 cm. selecteer het commando Bewerk. 7. Om de trap in de tekening te plaatsen. Kopieer de 3d-trap en selecteer het 2d symbool in het Hulpbronnenpalet.als een 3d-weergave heeft. selecteer de 3d-trap en plaats hem zo dat hij in dezelfde richting ligt als de 2d-trap.34 Aan de slag met VectorWorks .steektrap in 2d en 3d/Hybride symbolen menu Weergave > Standaard aanzichten en plaats de nieuwe 3d-vorm op dezelfde hoogte als de 2 bovenste vloerdelen. Klik op de knop Verlaat symbool in de rechterbovenhoek van het tekenvenster. Wanneer gevraagd wordt welk deel u wenst te bewerken kiest u voor het 3d-gedeelte. 3. selecteer in het aanzicht 2D plan het 2d-vlak dat de vloer voorstelt en selecteer het commando Vloer uit het menu Architectuur. Een voorbeeld van een hybride trap. VARIAnT VlOeRen: Met het gereedschap Vloeren kunt u snel een dikte geven aan een 2d-vlak. 2. Plaats de trap met het middelpunt van de onderste trede op het nulpunt van de X/Y-as. 1. In dit bewerkingsvenster voor symbolen plakt u de 3d-trap. In het dialoogvenster voert u in het veld Dikte de waarde 20cm in. Standaard of Interieur. selecteer de drie volumes en pas het commando Volumes samenvoegen uit het menu 3D toe. Zowel het 2d. Hiermee creëert u een hybride object: een object dat zowel een 2d. Afhankelijk van het gekozen aanzicht zal de symboolweergave zich automatisch aanpassen. . deze aanduiding betekent dat het symbool zowel een 2d.als het 3d-deel van de trap bevindt zich nu op hetzelfde invoegpunt. volstaat het om het trapicoon uit het Hulpbronnenpalet in de tekening te slepen.als een 3d-component bevat. de rechthoekige vorm tekent u met het gereedschap Rechthoek. 2.Hybride raamkozijn 35 Hybride raamkozijn standaard raampartijen kan u zeer snel en efficiënt tekenen met het raamgereedschap. gebruik daarvoor de gereedschappen uit het palet Basisgereedschappen. dit gereedschap vindt u terug in VectorWorks Architectuur. in de Methodebalk geeft u als afstand 6 cm op. Open een nieuw document. Uitvergroot profiel. geef het symbool een toepasselijke naam. Een raamkozijn in planaanzicht.vectorworks. Via de knop Instellingen... in het menu Organiseer. de binnenste organische vorm van het kozijn kan u van de buitenkant afleiden met het gereedschap Evenwijdige afstand. 3. Voor raampartijen die afwijken van de standaardmogelijkheden. een klik Raadpleeg de website www.en 3d-gereedschappen. Kies in de Methodebalk de afrondingsoptie Bézier. In het voorbeeld hieronder stellen we een organische vormgegeven raamkozijn samen.be/aandeslag of www.v een Hybride object. 6. Teken in deze Ontwerplaag het vooraanzicht van de raampartij. Baseer u op de afbeelding op de volgende pagina voor de correcte vorm en afmetingen. .vectorworks. 4. We zorgen er voor dat de dit raamkozijn een aparte weergave heeft voor 2d en een aparte weergave heeft voor 3d. Baseer u daarvoor op de afbeeldingen hieronder..b. Teken met de 2d-gereedschappen van het palet Basisgereedschappen een planzicht van het raamkozijn.. 5. selecteer de onderdelen van het kozijn en zet deze om naar een Symbool met het commando Creëer symbool. stel de schaal van de Ontwerplaag in op 1/20 en kies centimeter als standaardeenheid. de buitenste organische vorm van het kozijn tekent u met het gereedschap Polylijn. Maak een nieuwe Ontwerplaag aan en geef die de naam Profielen.nl/aandeslag voor aanvullende informatie en videomateriaal over deze en andere oefeningen. kan u beter gebruik maken van de klassieke 2d.Aan de slag met VectorWorks . 1. We doen dat m. VectorWorks Interieur en VectorWorks Tuin & landschap. 8. We tekenen eerst het muurdeel met de muuropening..36 Aan de slag met VectorWorks .Hybride raamkozijn met de muisaanwijzer in het organische vlak volstaat om een kopie te maken van dit vlak dat 6 cm kleiner is dan het origineel. Op deze laag bouwen we het 3d-model van de raampartij op. in het menu 3D. de tweede component is het kozijn. lijn de bovenkant van het kleinere organische profiel uit met de bovenkant van de muur. . dit 3d-model bestaat uit twee componenten. Maak een nieuwe Ontwerplaag en noem die 3d. 10. de eerste Deze af beelding kunt u als referentie gebruiken voor afmetingen. Verander het aanzicht van deze Ontwerplaag naar Voor via het menu Weergave > Standaard aanzichten. 9. lijn de onderkant van het grootste organische profiel uit met de onderkant van de muur (gekeken vanuit dit aanzicht). alweer gekeken vanuit dit aanzicht. geeft de rechthoek een diepte van 30 cm met het commando Extrusie. 30 cm is de dikte van de muur waarin we het kozijn willen plaatsen. Kopieer de inhoud van de Ontwerplaag Profielen naar de Ontwerplaag 3D. het kleinste organische profiel geven we een diepte van 24 cm. selecteer beide profielvormen en voeg ze samen met het commando Volumes samenvoegen in het menu 3D. Het grootste organische profiel geven we een diepte van 6 cm. 7. component is het muurdeel met de muuropening.. Verander het aanzicht naar 2D Plan via het menu Weergave > Standaard aanzichten. selecteer het gereedschap 3D Locus in het pallet 3D van de set Aanvullende gereedschappen. Om terug te keren naar een draadwerkweergave. of gebruik de sneltoetscombinatie Ctrl-c. Kies vervolgens Open GL in het menu Weergave > Rendering. Activeer de Ontwerplaag Profielen. VectorWorks stelt het uitgesneden volume massief voor. selecteer het aanzicht Rechts isometrisch in het menu Weergave > Standaard aanzichten. 13. 3D loci . Met de aanwijzer selecteert u de binnenste rand van de doorboring zoals in de figuur hieronder. dit duidt het volume aan waaruit het andere volume 37 gesneden zal worden. Rond de rand van de doorboring af met het gereedschap Rand afronden in het palet 3D van de set Aanvullende gereedschappen. Bevestig door op OK te klikken. 15. de raamopening is duidelijk te zien. stel via de knop Instellingen in de Methodebalk een straal in van 1 cm. selecteer alle objecten en kies het commando Volumes uitsnijden uit het menu 3D.Hybride raamkozijn 11. U kunt dit duidelijker zien door het aanzicht te veranderen en het object te renderen. 14. Klik op de knop Voltooi in de Methodebalk of druk op Enter om de rand af te ronden. Kopieer het grootste organische profiel met het commando Kopieer uit het menu Wijzig. de raamopening wordt uit de muurvorm gesneden. Plaats 3d loci op elk hoekpunt van de muur (in totaal 8 loci). Vervolgens tekenen we het kozijn in 3d. In het dialoogvenster klikt u op de pijliconen tot het muurvolume oplicht. selecteert u Draadstructuur in het menu Weergave > Rendering. Klik op OK. Activeer de Ontwerplaag 3D en plaats het profiel op exact dezelfde positie met het commando Plak op zijn plaats in het menu Wijzig. 12.Aan de slag met VectorWorks . Met deze loci bepaalt u de vorm van de uitsnede die VectorWorks moet maken wanneer we dit 3d-model in een Muur-object plaatsen. Het kozijnprofiel hebben we reeds getekend: het is nu een onderdeel van het raamsymbool dat we hebben gemaakt. In het dialoogvenster vinkt u de keuzeknop 2D gedeelte aan. In het aanpassingsvenster roteert u het kozijnprofiel tot het dezelfde oriëntatie heeft als in de afbeelding hieronder. Plak het kozijnprofiel in de Ontwerplaag 3d met het commando Plak in het menu Wijzig of met de sneltoetscombinatie Ctrl-v.. Wijzig het aanzicht naar Voor via het menu Weergave > Standaard aanzichten. deze 3d-curve zullen we als pad gebruiken waarlangs we het kozijnprofiel zullen extruderen. selecteer het kozijnprofiel en de nURBs-curve en pas er het commando Extrusie langs pad op toe uit het menu 3D. In het dialoogvenster . In de hulpbronnen van de huidige tekening.. Verlaat dit venster door op de knop Verlaat symbool te klikken. 21. 18. dit absolute nulpunt is aangeduid door een kruising van twee aslijnen. Om een kopie van het kozijnprofiel uit het symbool te halen. 23. Verlaat het venster met de knop Verlaat groep bovenaan rechts van de tekenzone. 24. selecteer het kozijnprofiel en kopieer het. U kan daarvoor het commando 90° links uit het menu Bewerk > Roteer gebruiken. VectorWorks toont u de onderdelen van het raamsymbool.38 Aan de slag met VectorWorks . in het menu Bewerk. openen we het Hulpbronnenpalet. 22. selecteer het 3d-profiel en selecteer het commando Verplaats. daarna versleept u het profiel zodat het hoekpunt rechtsonder op het absolute nulpunt terechtkomt. 17. In het dialoogvenster selecteert u Profiel en klikt u op OK. 20. gebruik het commando Zet om naar NURBS in het menu 3D om het organische profiel om te zetten naar een 3d-curve. in de categorie Symbolen > Parametrische objecten. rechtsklikt u op het icoon van het raamsymbool. Om dit aan te passen dubbelklikt u op het 3d-model van het kozijnprofiel. 19. Kies uit het contextuele menu het commando Bewerk.Hybride raamkozijn 16. Het kozijnprofiel lijkt verkeerd georiënteerd te zijn. U bevestigt dit door op Bewerk te klikken. selecteert het organische profiel. Zet de glasplaat op de juiste plaats met het commando Verplaats. Wijzig het aanzicht naar 2D Plan. 29.Aan de slag met VectorWorks . Wijzig het aanzicht naar Voor en plak het profiel op exact dezelfde positie met het commando Plak op zijn plaats in het menu Wijzig.Hybride raamkozijn voert u bij het waardeveld X-afstand ‘0’ in en bij Y-afstand ‘-24’ in. in het menu Bewerk. Klik op OK om te bevestigen. 26. Activeer de ontwerplaag 3d. Activeer de Ontwerplaag Profielen. In het dialoogvenster voert u bij het waardeveld X-afstand ‘0’ in en bij Y-afstand ‘-28’ in. Kopieer het kleinste organische profiel met het commando Kopieer in het menu Wijzig of gebruik de sneltoets-combinatie Ctrl-c. dit profiel moeten we nog aanvullen met een glasplaat. Het 3d-kozijnprofiel staat op de juiste plaats. deze vorm stelt de glasplaat in het kozijn voor. 39 27. 25. kunt u de glasplaat een glas-textuur geven.. In het dialoogvenster voert u in het veld Hoogte de waarde ‘2’ in. Indien u over de module RenderWorks beschikt.. 28. selecteer het commando Extrusie in het menu 3D. selecteer de . Klik op OK om te bevestigen. Render het 3d-model zoals in de afbeelding hieronder. Rechtsklik op het raamsymbool in het Hulpbronnenpalet en kies Bewerk uit het contextuele menu. In de tweede keuzelijst kunt u een textuur selecteer. selecteer alle 3d-onderdelen en pas het commando Knip toe uit het menu Wijzig.Hybride raamkozijn glasplaat. Wijzig het aanzicht naar 2d Plan.40 Aan de slag met VectorWorks . Indien u over de module RenderWorks beschikt. Wijzig het aanzicht naar Rechts isometrisch via het menu Weergave > Standaard aanzichten. . kan u daarvoor RenderWorks finaal gebruiken in het menu Weergave > Rendering. 31. Vink de optie 3D gedeelte aan en klik op Bewerk. In dit oefening hebben we gekozen voor de textuur ‘glas – blauw[RT]’ 30. en klik in het Infopalet op de tab Rendering. In het andere geval gebruikt u Open GL in het menu Weergave > Rendering. dan zal de raampartij in die muur zowel in 2d als in 3d correct worden weergegeven. Zowel de 2d-component als de 3d-component van de organisch gevormde raampartij zijn nu klaar.Hybride raamkozijn 32. Plak de weggeknipte objecten en positioneer ze op dezelfde plaats als de 2d-weergave van het symbool. 33. Bovendien zijn ze samengevoegd in één symbool. Wanneer u dit symbool in of op een muurobject sleept.Aan de slag met VectorWorks . U verlaat de symboolbewerking met de knop Verlaat symbool rechts bovenaan de tekenzone. 41 . In het dialoog venster voor het Verloop vult u eerst een toepasselijke naam in. Verandert u de vorm van de polygoon/polylijn. 2. doe hetzelfde voor het pijltje aan de rechterkant. let op: dit gereedschap is enkel beschikbaar in de branchespecifieke versies van VectorWorks. de straatkant wordt opgefleurd met aan weerszijden bomenrij. Teken met behulp van rechthoeken en polygonen de figuur hieronder na. selecteer het gereedschap Herhaal object uit het palet Aanvullende gereedschappen > Constructie. Rechts van de verloopaanduiding vindt u een knop waarmee u de Instellingen van de verloopprojectie kan wijzigen. Kies een groentint in de kleurenkiezen. maar met een andere groentint. 5. de verloopkleur wordt daardoor aan de polygoon toegekend. We vullen de polygoon van het perceel met een Verloop. Met dit gereedschap tekent u de perceelsgrenzen. 3. Klik op OK om te bevestigen. Open een nieuw bestand. 7. s l e e p h e t Ve r l o o p v a n u i t h e t H u l p bronnenpalet naar de polygoon van het bouwperceel. In dit voorbeeld noemen we het gras. Klik in de Methodebalk op de knop Instellingen.nl/aandeslag voor aanvullende informatie en videomateriaal over deze en andere oefeningen. Bevestig met een klik op de knop OK.be/aandeslag of www. Open het Hulpbronnenpalet en dubbelklik in het venster. Vervolgens dubbelklikt u op het gekleurde pijltje aan de linkerkant van de verloopbalk. 1. selecteer dit perceel en ga naar het Kenmerkenpalet.vectorworks. en in het volgende keuzevenster kiest u voor Grenslijn-Driehoek in de categorie Diversen. In het gereedschap hieronder tekenen we de begrenzing van een bouwperceel op een verkavelingsplan. dit is een krachtig gereedschap waarmee u symbolen langs een polygoon/polylijn kan kopiëren. Klik op deze knop en kies voor het projectietype Radiaal. 6. . In het dialoogvenster klikt u op de knop Selecteer symbool. U kan ook gemakkelijk een ander symbool toekennen aan de polygoon/ polylijn. zoals VectorWorks Architectuur. Kies in het dialoogvenster voor Verloop en bevestig dit door op Creëer te klikken. Zowel de begrenzingen als de bomenrijen worden getekend met het gereedschap Herhaal object.vectorworks. dit Verloop maken we in dit voorbeeld op maat aan. stel de schaal in op 1:500 en kies meter als eenheid. dan worden de kopieën erlangs herschikt.gereedschap Herhaal object Gereedschap Herhaal object dit voorbeeld illustreert het gebruik van het gereedschap Herhaal object. 4.42 Aan de slag met VectorWorks . Met het gereedschap Bewerk projectie uit het palet Basisgereedschappen kunt u dit verloop verder positioneren in het vlak. VectorWorks Interieur of VectorWorks Tuin & landschap. U klikt eerst op het bovenste middelpunt van het Raadpleeg de website www. Aan de slag met VectorWorks .gereedschap Herhaal object 43 Perceel grenzend aan een straatkant. Met het gereedschap Polygoon tekent u een grillige vorm losweg over de grootste cirkel. VectorWorks tekent een lijnstuk waarlangs het geselecteerde symbool wordt herhaald. en met een dubbelklik vormt u de laatste zijde. de bomenrijen langs de straatkant maken we met behulp van een boomsymbool.v. 10. en dubbelklikt daarna op de rechterbovenhoek.25m.h. Grenslijn-kruis 3. In dit voorbeeld tekenen we onze boom echter zelf. Kies nu via de Instellingen van het gereedschap voor het symbool Grenslijn-kruis 3 en lijn de helft van het perceel af. 11. U klikt hoekpunt per hoekpunt aan. dan kan u een symbool uit de bibliotheek halen. de kleine cirkel vult u met een bruine Af bakening van een deel van het perceel a. dit lijnstuk stelt de begrenzing aan de straatkant voor. Zet de dekking van het vlak in het Kenmerkenpalet op 80% om de vorm gedeeltelijk transparant te maken. 8. Tekenen met het gereedschap Herhaal object gebeurt net zoals tekenen met polygonen. Hebt u een brancheversie van VectorWorks zoals VectorWorks Architectuur of VectorWorks Tuin & landschap. perceel. Teken een cirkel met straal 3 m. geef dit vlak een groene verloopkleur. 9. . met daarin een cirkel met straal 0. Positioneer deze op het middelpunt van de bruine cirkel. selecteer alle onderdelen van de boom en gebruik het commando Creëer symbool in het menu Organiseer. Teken daarom twee polylijnen over de volledige lengte van de beide straatkanten.v.. 13. Voeg aan dit symbool een Locuspunt toe op een afstand van 3 m rechts van het middelpunt. Rechtsklik op het nieuwe symbool in het Hulpbronnenpalet en kies voor bewerk. kleur. 15. polylijn. geef het symbool een naam en vink de optie Volgende muisklik aan. Met deze optie moet u zelf het invoegpunt bepalen. Maar er is een alternatief: u kan van getekende polygonen/polylijnen ook intelligente objecten.44 Aan de slag met VectorWorks . dit locuspunt duidt de afstand aan die VectorWorks tussen de symbolen moet respecteren. Klik op de knop Verlaat symbool om de bewerking te bevestigen. In het instellingenvenster kiest u bij Type voor Herhaal Object en vinkt u de optie Verwijder polylijn aan. 14. 12. Bevestig door op OK te klikken.m. Met het gereedschap Vrije hand polygoon kan u de boom afwerken met wat grillige lijnen. U kan nu het gereedschap Herhaal object gebruiken om de bomen langs te straatkant te plaatsen. selecteer beide lijnen en ga naar het menu Architectuur > Objecten d. afleiden. zoals Herhaal object..gereedschap Herhaal object Perceel met grensafbakening. . Hieronder vindt u enkele toepassingsvoorbeelden van het gereedschap Herhaal object. dit gereedschap kan ook van pas komen bij het tekenen van dakpannen in een doorsnede. 17. het plaatsen van voorgespannen betonelementen of het tekenen van een houten vloerconstructie. In het instellingenvenster kiest u bij Type voor het ‘Actieve document’ en kiest u voor de boom die u net hebt aangemaakt.gereedschap Herhaal object 45 16. selecteer één van de polylijnen en ga naar het Infopalet. na het bevestigen wordt het actieve symbool langs beide polylijnen herhaald.Aan de slag met VectorWorks . doe daarna hetzelfde voor de andere lijn. . dit willen we graag aanpassen. In het Infopalet klikt u op de knop Selecteer symbool. In dit geval is het actieve symbool de grenslijnaanduiding die we eerder in de voorbeeld gebruikt hebben. gereedschap Herhaal object dakpannen Vloerafwerking TJI balkenlaag Plankenvloer Reglit Breedplaten .46 Aan de slag met VectorWorks . selecteert u niet alleen de muren. Raadpleeg de website www. selecteer alle te vervormen objecten.Vervorm object 47 Vervorm object Vervorm object is een krachtig gereedschap dat op verschillende manieren gebruikt kan worden. In het voorbeeld hieronder wordt het gereedschap gebruikt om muren te verplaatsen en een ruimte te vergroten. Vergeet niet dat het gereedschap Vervorm object niet op alle objecten kan toegepast worden.nl/aandeslag voor aanvullende informatie en videomateriaal over deze en andere oefeningen. ramen en deuren. We tekenen op schaal 1/50 en gebruiken centimeter als standaardeenheid.vectorworks. dan worden ze echter wel mee verplaatst. Voeg kettingmaten toe aan dit plan en plaats eventueel een aantal symbolen in de badkamerruimte. 2.vectorworks. . hou er dan rekening mee dat de rechthoek bij deze bewerking omgevormd zal worden tot een polygoon. U kan er niet alleen eenvoudige objecten zoals polygonen of polylijnen mee vervormen of verplaatsen. de badkamervloer is een rechthoek die gevuld wordt met een egale kleur. Het gereedschap Vervorm object werkt door lagen heen als de laaginstelling Toon/Grijp naar/ Bewerk andere geactiveerd is. maar ook complexere vormen zoals volledige plannen. zonder dat daarbij ongewenste vervormingen zullen optreden. maar ook de maatlijnen. dit laat u toe om plannen die exact boven elkaar gepositioneerd zijn en zich op andere lagen bevinden toch in één bewerking aan te passen. dan zullen deze mee uitgerokken of verplaatst worden. liggen deze objecten volledig binnen het vervormkader. toestellen. In dit voorbeeld vergroten we een badkamer om er de inrichting van te kunnen wijzigen.Aan de slag met VectorWorks . de gemakkelijkste manier om alle objecten Bestaande situatie. In dit geval is het perfect mogelijk om alle objecten te selecteren. Zo kunnen bijvoorbeeld gegroepeerde objecten en symbolen niet worden vervormd met dit gereedschap. Wanneer u gebruik maakt van rechthoeken – bijvoorbeeld voor het tekenen van de gietvloer in het voorbeeld hieronder – en u wenst deze toch mee te vervormen.be/aandeslag of www. 1. Teken een eenvoudig plan zoals in de figuur hieronder. 3.Vervorm object te selecteren is met de sneltoets Ctrl-a. denk erom dat niet alle objecttypes vervormd kunnen worden. binnen het selectiekader viel is verplaatst en de badkamervloer is vergroot.en buitenmaten zijn aangepast. er is nu genoeg plaats in de badkamer om de inrichting aan te passen. Klik op de knop OK. Klik in een leeg gedeelte van de tekening of dubbelklik op het gereedschap Selecteer 2D in het palet Basisgereedschappen om alles te deselecteren. Activeer vervolgens het gereedschap Vervorm object in het palet Basisgereedschappen. de muren zijn verlengd... selecteer de eerste methode (Verplaats controlepunt) in de Methodebalk. Het selectiekader dat u hieronder ziet. Vul in het X-veld de waarde -185 cm en in het Y-veld de waarde 0 cm in. de objecten die door het kader doorsneden worden zullen vervormd worden. in het menu Bewerk > Verplaats. het sanitair dat 4. Trek een selectiekader over het deel dat u wenst uit te rekken of te verplaatsen. 6. de objecten die volledig binnen het kader liggen zullen verplaatst worden. nochtans zullen de maatlijnen mee aangepast worden. 5. Alle binnen. selecteer het commando Verplaats. omvat niet alle maatlijnen.48 Aan de slag met VectorWorks . omdat ze bij het tekenen automatisch gekoppeld worden aan de muren (zie optie Associatieve maatlijnen in het dialoogvenster Voorkeuren document). selecteer in het dialoogvenster de optie Cartesiaans stelsel. . Eindsituatie met toevoeging van bad. extra lavabo. kastjes en wand.Vervorm object 49 Situatie na toepassen Vervorm object. .Aan de slag met VectorWorks . Het is o.vectorworks.v. Een voorbeeld van een kader met eenvoudig titelblok. Raadpleeg de website www.nl/aandeslag voor aanvullende informatie en videomateriaal over deze en andere oefeningen. Interieur of Tuin. Een voorbeeld van een kader met titelblok BE Arch A5. dit zonegrid kan u op een handige manier aanduiden op welk onderdeel van de tekening uw aanduidingen van toepassing zijn.a.50 Aan de slag met VectorWorks . kan u uitgebreide meegeleverde titelbloksymbolen gebruiken en een revisielijst plaatsen.be/aandeslag of www.Kader Kader Inleiding Met het gereedschap Kader kan u vooraf ingestelde kaders plaatsen rond de tekenzone.vectorworks. Als u beschikt over VectorWorks Architectuur.m. . mogelijk titelblokken en een zonegrid toe te voegen. d. 1.Kader Een titelblok aanpassen aan uw wensen de VectorWorkstekeningen met de titelbloksymbolen zijn terug te vinden in de map c:\Progr a m File s\Ve c torWor k s 20 0 8\ B ib liothe e k\ st a nd a a rde n\K a de r . 4.Aan de slag met VectorWorks . geef de naam van uw bedrijf op in het veld Standaardinstelling. Selecteer de lijn Getekend door en klik op Bewerk. . 51 5. Klik in het hulpbronnenpalet met de rechter muistoets op het record Titelblok Data en selecteer Bewerk.Titelblokken (Mac) U kan de symbolen in deze tekeningen aanpassen en/of eigen tekeningen met titelbloksymbolen toevoegen.Titelblokken_AIL_Belgie. zodat steeds automatisch de naam van uw bedrijf verschijnt bij “Getekend door”. Een bestaand titelblok wijzigen In onderstaand voorbeeld past u de standaardtekst in het titelbloksymbool “Eenvoudig titelblok 1” aan. Klik op OK en sluit de tekening af. 2.T ite lblok ke n ( W indows) Macintosh Hd:Programma’s:VectorWorks 2008:Bibliotheek:standaarden:Kader . het document Kader . 3. Open bv.vwx. Teken alle onderdelen van het titelblok: lijnen. 11. selecteer het symbool Eigen titelblok in het hulpbronnenpalet en kies Koppel in het contextuele menu. Uw bedrijfslogo kan u toevoegen door Afbeelding te kiezen in het menu Bestand > Importeer. Titelblok Eigen titelblok.52 Een eigen titelblok aanmaken Aan de slag met VectorWorks . Klik op Nieuw om een nieuw veld toe te voegen. Wijzig. Klik rechts bovenaan het scherm op Verlaat symbool. Houd alle onderdelen van het symbool geselecteerd tijdens het positioneren. 1. “eigen titelblok”. 13. 5. de schaal naar 1:1 en zoom op ware grootte. . selecteer 2D gedeelte en klik op Bewerk. 16.Kader In onderstaand voorbeeld maakt u een volledig nieuw titelbloksymbool aan met het logo van uw bedrijf. geef een naam op voor het record. 8. 9. 7. 4. standaardinstelling met de waarde in het veld die achteraf aanpasbaar zal zijn. indien nodig. Creëer een nieuw Vectorworksdocument. dubbelklik in het hulpbronnenpalet om een nieuwe hulpbron aan te maken. selecteer alle onderdelen van het door u ontworpen titelblok en selecteer Creëer symbool in het menu Organiseer. 2. naam komt overeen met de titel van het onderdeel van het symbool. bv. selecteer Record en klik op Creëer. Klik in het hulpbronnenpalet met de rechter muistoets op het symbool eigen kader en selecteer Bewerk. 3. Verplaats het symbool opdat de positie van de hoek rechts onder zowel op de X-as als op de Y-as 0 is. Herhaal deze handeling voor alle onderdelen van het tekstkadersymbool waarvan u wenst dat ze zullen kunnen aangepast worden na het plaatsen van het titelblok. rechthoeken en tekstvakken. 12. selecteer Titelblok Eigen titelblok in het dialoogvenster Koppel record. bv. Alle onderdelen zijn van het type Tekst. 15. 14. 10. 6. geef een naam op voor het symbool. Titel van de tekening. bv. 20. 19.Aan de slag met VectorWorks . selecteer het eerste bewerkbare tekstfragment. selecteer het veld dat overeenkomt met het geselecteerde tekstfragment. 21. selecteer Koppel tekst aan record in het menu Organiseer.Kader 17. . selecteer het symbool Eigen titelblok in het hulpbronnenpalet en kies Bewerk in het contextuele menu. in dit geval Titel. Klik op OK. 53 18. 54 22. Het nieuwe titelbloksymbool is beschikbaar in VectorWorks. Bewaar de tekening in de map c:\Program Files\VectorWorks 2008\Bibliotheek\standaarden\Kader Titelblokken (Windows) of Macintosh Hd:Programma’s:VectorWorks 2008:Bibliotheek:standaarden:Kad er . Herhaal deze handeling voor alle bewerkbare tekstfragmenten. Klik op OK.Titelblokken (Mac) 26. Het afgewerkte titelblok. 25.Kader 23. Aan de slag met VectorWorks . selecteer Verlaat symbool rechts bovenaan het tekenvenster. 24. . Vervolgens nivelleren we een deel van dit terrein om er een gebouw op te kunnen plaatsen.en 3d-model opbouwen van een bestaand terrein. 4. maar u kan ook open polygonen gebruiken. In de figuur hieronder hebben we een deel van een hoogtekaart (stafkaart) overgetekend. U kan het terreinmodel ook opbouwen met zelf getekende polygonen (hoogtelijnen of doorsnedelijnen) of locuspunten.vectorworks. wordt automatisch berekend. de Polygonen op deze Ontwerplaag zetten we om naar hoogte-informatie in 3d. Omdat u op een later tijdstip deze hoogtelijnen misschien opnieuw wil gebruiken. Raadpleeg de website www. Teken met het gereedschap Polygonen de hoogtelijnen van het landschap. 3.dTM 55 DTM (Digitale TerreinModeler) Met VectorWorks Architectuur en VectorWorks Tuin & landschap kan u een 2d. dupliceren we deze Ontwerplaag.be/aandeslag of www.nl/aandeslag voor aanvullende informatie en videomateriaal over deze en andere oefeningen.of dWgbestand omzetten naar een digitaal terreinmodel. selecteer alle Polygonen en gebruik het commando 2D polygonen naar 3D hoogtelijnen uit het menu Architectuur/Tuin > DTM brongegevens.vectorworks. . Zo’n stafkaart kan u als afbeelding importeren en als onderlegger voor de hoogtelijnen gebruiken. Maak de Ontwerplaag Terreinmodel actief. We noemen de gedupliceerde Ontwerplaag Terreinmodel. Het grondverzet dat u daarmee realiseert. Met VectorWorks kan u 2d. In dit voorbeeld bouwen we een digitaal terreinmodel op basis van een aantal 2d-hoogtelijnen.Aan de slag met VectorWorks . 1. Bovendien kan u dit digitale maaiveld gemakkelijk aankleden met bijvoorbeeld gebouwen of bomen. de polygonen hieronder zijn gesloten. 2.of 3d-meetgegevens van bijvoorbeeld een Totalstation. dit terreinmodel kan u dan verder aanpassen en bewerken. We werken op schaal 1/250 en gebruiken meter als eenheid. zal het eerst in het tekengebied oplichten. 10. Klik op OK. toe uit het menu Architectuur/Tuin > DTM-verwerking.. Wanneer u alle polygonen een hoogte heeft gegeven. de hoogte die u wilt toekennen aan deze polygoon. . Polygonen omgezet naa r 3D-loci. dan kan u de vorige stappen natuurlijk overslaan. 9. kan u op een later tijdstip altijd terug wijzigen. gebruik bij Interval hoogtelijnen de waarde ‘5.dTM In het dialoogvenster van dit commando voert u bij Beginhoogte de waarde ‘0’ in.’ dit is het standaard hoogteverschil dat u tussen elk van de hoogtelijnen wenst te gebruiken. Op basis van deze loci kan VectorWorks een digitaal terreinmodel opbouwen. dit herhaalt u voor alle polygonen. Kies voor de optie Creëer 3D loci. de polygoon die u het eerst tekende. 7. er verschijnt een nieuwe dialoogvenster. Met de knoppen in dit dialoogvenster kan u voor elke Polygoon in de tekening de gewenste hoogte instellen. Hebt u de juiste hoogte ingesteld. dan kan u met de knop Volgende de volgende polygoon selecteren. Hebt u deze 2d-polygonen later toch terug nodig. kan u met de knoppen Omhoog en Omlaag aanpassen en instellen. Voor deze polygoon stelt u weer de gewenste hoogte in.. 8. geef het model een gepaste naam. Indien u beschikt over 3d-meetgegevens van het terrein (bijvoorbeeld van de landmeter). klikt u op de knop Verlaat. dan kan u ze altijd terugvinden in de oorspronkelijke Ontwerplaag. Wat u in dit venster instelt. zoals bijvoorbeeld “Terreinmodel”. VectorWorks zet de hoekpunten van de polygonen om naar 3D loci. 6. Klik op OK om de instellingen te bevestigen en het terreinmodel te genereren.56 5. Baseer u op de afbeelding op de volgende pagina om de weergave-instellingen in het dialoogvenster aan te passen. selecteer alle loci en pas het commando DTM. Klik op Ja om de 2D-polygonen te verwijderen. Aan de slag met VectorWorks . VectorWorks opent een dialoogvenster waarin u de weergave van het digitale terreinmodel kan bepalen. Het terrein bestaat nu zowel in 2d als in 3d. .dTM 57 11. Met de knop Instellingen in het Infopalet kan u altijd terugkeren na ar het bovensta ande dialoogvenster.Aan de slag met VectorWorks . In het Infopalet kan u informatie over het terreinmodel aflezen. 16. deze versie heeft namelijk . Om de nivellering te kunnen berekenen. de grens van die invloedszone kan u met de hand tekenen. Klik op OK. Klik in de Methodebalk op de knop Instellingen. Met dit gereedschap gaat u het te nivelleren gebied bepalen. We gaan een deel van dit terrein nivelleren. In dit geval selecteert u als terreinbewerking het type Talud. Zorg er voor dat de grens van het talud binnen de contouren van het dTM-object blijft. In het dialoogventer selecteert u als terreinbewerking het type Nivellering. Teken de grens van het talud zoals in de afbeelding hieronder. gebruikt u VectorWorks Tuin & landschap. G r e n s a a n d u id i n g d . moet VectorWorks weten hoe ver de invloedszone van de nivellering mag reiken. Voer bij Niveau de waarde 15 in. moet VectorWorks weten hoe ver de invloedszone van de Bestaande toestand zonder nivellering. selecteer het gereedschap DTMbewerkingsobject uit het palet Tuin van het set Aanvullende gereedschappen. 14. dit zal de nivellering op een hoogte van 15 m plaatsen. 13.dTM 12. Om de nivellering te kunnen berekenen. Zorg ervoor dat de grens van het talud binnen de contouren van het dTM-object blijft. U bent klaar om de nivellering te tekenen. In dit geval selecteert u als terreinbewerking het type Talud. de nivellering zal ervoor zorgen dat sommige delen van het terrein uitgegraven worden. Teken de nivellering zoals in de afbeelding hieronder (rode lijn).v. 15. dan kan u de vorige stap overslaan. dat doet u met het gereedschap dTM Bewerkingsobject uit het palet Tuin van het set Aanvullende gereedschappen. dat doet u met het gereedschap DTM bewerkingsobject uit het palet Tuin van het set Aanvullende gereedschappen. Teken de grens van het talud zoals in de afbeelding hieronder.m. Vanaf dit ogenblik gedraagt het gereedschap zich zoals het gereedschap Polylijn.58 Aan de slag met VectorWorks . de grens van die invloedszone kan u met de hand tekenen. Ta l u d m et nivellering als doel. en dat andere delen aangevuld worden. nivellering mag reiken. na deze handeling kunt u vanuit het Infopalet makkelijk en snel het dTM bijwerken.v.Aan de slag met VectorWorks . afstand.m.v. Talud.dTM een extra commando waarmee u de invloedszone kan laten berekenen aan de hand van specifieke parameters zoals maximale helling of maximale afstand. nivellering en is terug te vinden in het menu Architectuur/Tuin > Terrein > Talud d. 17. nivellering.v.m.v.m. Het Af te graven volume. Kies in het venster voor de optie Creëer d. . het Aan te vullen volume en het Volumeverschil zijn af te lezen in het Infopalet. Zowel het huidige 59 Nivellering d. dit commando heet Talud d. als het toekomstige kunt u in 2d en in 3d laten weergeven.m. Voer de waarde 10 in en klik op OK. Omdat we onze boomsymbolen bovenop het glooiende terrein hebben geplaatst. Wijzig het aanzicht naar 2D Plan via het menu Weergave > Standaard aanzichten. 20. de figuren hieronder tonen in 3d het terrein voor en na de nivellering.60 Aan de slag met VectorWorks . We gebruik daarvoor een hybride symbool van een boom. symbolen worden altijd op dezelfde hoogte in de tekening gevoegd. Toestand voor de nivellering. Toestand na de nivellering. dit is echter gemakkelijk op te lossen. . 19. In dit aanzicht plaatsen we enkele bomen op het terrein. zitten sommige bomen met hun kruin of hun stam in het terrein.dTM 18. U vindt dergelijke symbolen in de bibliotheek van uw brancheversie. Om het model aantrekkelijker voor te stellen. U kan deze Presentatielaag meteen een toepasselijke naam geven. Klik op OK om de aanpassing te bevestigen en het venster te verlaten.. 27. Bij het aanmaken van een Zichtvenster maakt VectorWorks automatisch de betrokken Presentatielaag actief. wijzigt u best de renderresolutie van die Presentatielaag.dTM 21. selecteer alle bomen en pas het commando Plaats op DTM-oppervlakte toe uit het menu Architectuur / Tuin > Terrein. met daar bovenop een planweergave van hetzelfde model. selecteer het commando Alle zichtvensters bijwerken uit het menu Weergave. dan zal VectorWorks er automatisch een aanmaken. en passen we ook de Grafische instellingen aan. zodat het Zichtvenster met het 3d-aanzicht zich onder het Zichtvenster met het 2d-aanzicht bevindt. U vindt dit gereedschap terug in het palet Visualisatie van het set Aanvullende gereedschappen. Voeg een Lichtbron van het type Zon toe aan de scène en geef deze lichtbron de gewenste oriëntatie. Open daarvoor het dialoogvenster Organisatie uit het menu Organiseer. 28. 22. Om de afdrukkwaliteit van de Presentatielaag te kunnen verzekeren. Klik op het tabblad Presentatielagen en selecteer de bewuste Presentatielaag uit de lijst. dat doet u met het commando Zichtvenster uit het menu Weergave. Het resultaat is een 3d-weergave met slagschaduw.Aan de slag met VectorWorks . Heeft uw tekening nog geen Presentatielaag. en vervolgens het resultaat van de stapeling van beide Zichtvensters. 23. dit zorgt er voor dat alle zichtvensters herberekend worden.. Wijzig de Rendering in RenderWorks finaal. Kies in het Infopalet bij het keuzemenu Aanzicht voor het type Boven. Op de volgende pagina’s ziet u eerst beide Zichtvensters apart. Vanuit het aanzicht 2D plan leiden we van deze Ontwerplaag een Zichtvenster af. uit het menu Bewerk > Verplaats op de juiste hoogte zetten. Klik vervolgens op de knop Bewerk en geef een resolutie van 150 dpi op. 61 . 24. 26. Het 3d-model van dit gebouw moet u met het commando Verplaats 3D. 25. Maak een duplicaat van het zichtvenster op exact dezelfde plaats. Op deze Presentatielaag ziet u het Zichtvenster staan. Plaats in het aanzicht 2D plan een gebouw op het genivelleerde deel van het terrein. gebruik het commando Naar achtergrond uit het menu Bewerk > Zend. 29. wijzigen we nog enkele weergave-instellingen. dit doen we door het dTM te selecteren en in het Infopalet op de knop Instellingen te klikken. In dit voorbeeld wijzigen we afstand tussen de afwateringspijlen. 2D-planaanzicht. .dTM 3D bovenaanzicht met slagschaduw. Combinatie van de twee boven-staande aanzichten. Het resultaat is een 2D-planaanzicht met reliëfweergave.62 Aan de slag met VectorWorks . Aan de slag met VectorWorks - eenvoudige 3d-bewerkingen 63 Eenvoudige 3D-bewerkingen In dit voorbeeld worden enkele 3d-basisbewerkingen toegelicht aan de hand van twee voorbeelden: een strak gelijnd dubbelzitbad en een ovaal bad. In beide gevallen wordt vertrokken van eenvoudige 2d-basisvormen die getransformeerd worden tot een 3d-eindresultaat. Recht dubbelzitbad 1. Open een nieuw document. gebruik centimeter als standaardeenheid en stel de schaal in op 1/20. Wijzig indien nodig het aanzicht naar 2D Plan via het menu Weergave > Standaard aanzichten. 2. In dit aanzicht tekent u vier rechthoeken. Teken eerst een rechthoek van 85 cm bij 185 cm. Kopieer deze rechthoek, en plak de kopie in de tekening met het commando Plak op zijn plaats. Verklein deze kopie tot 80 cm bij 180 cm. de snelste methode om deze kopie te verkleinen is via de waardevelden in het Infopalet. deze twee vlakken zullen we gebruiken voor de buitenwand van het bad. Voor de duidelijkheid geven we deze vlakken een grijze lijnkleur. 3. Pas het commando Plak op zijn plaats nogmaals toe, en verklein deze tweede kopie tot 70 cm bij 170 cm. Herhaal de bewerking en verklein de derde kopie tot 70 cm bij 140 cm. geef geen enkele rechthoek een vulkleur. de twee laatste rechthoeken geeft u gemakshalve een andere lijnkleur. In dit voorbeeld gebruiken we een rode lijnkleur. deze twee laatste rechthoeken zullen we gebruiken voor de binnenwand van het bad. 4. selecteer de kleinste rode rechthoek (70x140) en zend deze onder de andere vlakken met het commando Zend naar achtergrond uit het menu Bewerk > Zend. selecteer de twee rode rechthoeken en pas het commando Meervoudige extrusie toe uit het menu 3D. In het geopende dialoogvenster vult u in het invoerveld Hoogte de waarde 50 in. In de figuur hiernaast ziet u het resultaat van deze bewerking in het aanzicht Links isometrisch. selecteer nu de kleinste grijze rechthoek en stapel deze boven alle andere vlakken met het commando Zend naar voorgrond uit het menu Bewerk > Zend. selecteer vervolgens beide grijze rechthoeken en activeer het commando Meervoudige extrusie uit het menu 3D. In het geopende dialoogvenster vult u in het invoerveld Hoogte de waarde 50 in. Verander het aanzicht naar Voor via het menu Weergave > Standaard aanzichten. selecteer het kleinste (rode) volume. 5. 6. Pas het commando Verplaats... toe uit het menu Bewerk > Verplaats. Kies in het dialoogvenster voor Cartesiaans stelsel. Vul in het X-veld de waarde 0 cm en in het Y-veld de waarde 5 cm in. Klik vervolgens Raadpleeg de website www.vectorworks.be/aandeslag of www.vectorworks.nl/aandeslag voor aanvullende informatie en videomateriaal over deze en andere oefeningen. 64 Aan de slag met VectorWorks - eenvoudige 3d-bewerkingen In de figuur ziet u het resultaat in het aanzicht Links isometrisch. op OK. Het rode volume wordt daardoor, bekeken vanuit een vooraanzicht, 5 cm naar boven geschoven. 7. selecteer beide volumes en pas het commando Volumes uitsnijden toe uit het menu 3D. In het dialoogvenster drukt u op een van de knoppen Vorige of Volgende tot het grootste volume oplicht. Hiermee duidt u het volume aan waaruit u iets wilt snijden. Klik op de knop OK om de volumes uit elkaar te snijden. 8. Verander het aanzicht naar Links isometrisch via het menu Weergave > Standaard aanzichten. selecteer het gereedschap Rand afronden in het palet Aanvullende gereedschappen > 3D. Klik op de knop Instellingen in de Methodebalk en vul in het invoerveld Straal de waarde 2 cm in. Klik op de knop OK. 9. Met de aanwijzer selecteert u alle binnenste ribben van het bad. U kan zijden toevoegen aan de selectie door bij het aanklikken de Shift-toets ingedrukt te houden. Klik op de knop Voltooi in de Methodebalk om de afronding te bevestigen. 10. selecteer het bad en geef het een kleur uit het Kenmerkenpalet. Plaats de nodige lichtbronnen (spot, zon, ...) en selecteer de rendermethode OpenGL in het submenu Rendering. 11. Indien u beschikt over de module RenderWorks, kan u aan het bad een porseleinmateriaal toevoegen en het beeld berekenen met slagschaduw, glans en reflectie. een voorbeeld hiervan ziet u in de figuur hieronder. Aan de slag met VectorWorks - eenvoudige 3d-bewerkingen Ovaal bad 1. Open een nieuw document. gebruik centimeter als standaardeenheid en stel de schaal in op 1/20. Wijzig indien nodig het aanzicht naar 2D Plan via het menu Weergave > Standaard aanzichten. 65 2. Kies het commando Lagen... uit het menu Organiseer > Lagen. Verander de naam van de huidige Ontwerplaag in Profiel. Voeg een Ontwerplaag toe en noem deze Bad. Maak de Ontwerplaag Profiel actief. Teken een ovaal van 80 cm bij 180 cm met het gereedschap Ovaal uit het palet Basisgereedschappen. Teken met het gereedschap Lijn uit het palet Basisgereedschappen een lijn verticaal doorheen het middelpunt van de ovaal. 3. selecteer het gereedschap Polylijn uit het palet Basisgereed-schappen en kies in de methodebalk de optie Bézier. Teken drie lijnstukken die de binnen-, boven- en buitenzijde van het bad voorstellen (respectievelijk groen, blauw en rood). gebruik de afmetingen in de figuur hiernaast. deze 2d-objecten kopiëren we naar de Ontwerplaag Bad. de 3 gekleurde profielen zullen we wentelen rond de aslijn volgens de contouren van de ovaal. ga naar de Ontwerplaag Profiel en selecteer de rode polylijn, de aslijn en de ovaal. Kopieer deze drie objecten met het commando Kopieer uit het menu Bewerk, of gebruik de sneltoets Ctrl+c. Activeer vervolgens de Ontwerplaag Bad. Met het commando Plak op zijn plaats of met de sneltoets Ctrl+v positioneert u deze drie objecten op dezelfde plaats als in de Ontwerplaag Profiel. 4. 5. 6. selecteer de ovaal en zet deze om naar nURBs via het commando Zet om naar NURBS in het menu 3D. Verander het aanzicht naar Voor via het menu Weergave > Standaard aanzichten en selecteer de aslijn en het badprofiel. Pas het commando Zet om naar NURBS toe uit het menu 3D. degroepeer het resultaat met het commando Degroepeer uit het menu Organiseer. U kan de nURBs-curven nu apart selecteren. 7. Verander het aanzicht naar Links isometrisch via het menu Weergave > Standaard aanzichten om overzichtelijker te werken. In het menu 3D selecteert u het commando Wenteling d.m.v. railcurve. Met de aanwijzer klikt u eerst op de aslijn, vervolgens op de ovaal en tot slot op het profiel. Het geheel zal omgezet worden naar een nURBs-oppervlak. de figuur hiernaast is het resultaat van deze bewerking, gezien vanuit het aanzicht Links Isometrisch. 8. Herneem de vorige stappen voor de twee andere badprofielen tot u drie nURBs-oppervlakken hebt. 9. Voeg deze drie objecten samen met het commando Volumes samenvoegen uit het menu 3D. 10. selecteer het volume en activeer het gereedschap Rand afronden uit 66 Aan de slag met VectorWorks .eenvoudige 3d-bewerkingen het palet Aanvullende gereedschappen. Hiernaast ziet u daarvan een voorbeeld in combinatie met een kraan uit de bibliotheek van VectorWorks Architectuur en VectorWorks Interieur.) en selecteer de rendermethode OpenGL in het submenu Rendering. Indien u beschikt over de module RenderWorks. set 3D. 15. Klik op OK om het dialoogvenster af te sluiten. Klik op de knop Instellingen in de Methodebalk en geef een straal op van 2 cm. kan u aan het bad een porseleinmateriaal toevoegen en het beeld berekenen met slagschaduw.. Plaats de nodige lichtbronnen (spot. 11. U kan meerdere randen selecteren door de shift-toets ingedrukt te houden terwijl u op de randen klikt. zon. 14. selecteer het bad en geef het een kleur uit het Kenmerkenpalet. .. glans en reflectie. Klik op de knop Voltooi in de Methodebalk om de geselecteerde randen af te ronden. . 12. 13. selecteer de af te ronden randen. Raadpleeg de website www. muren. trappen. In het dialoogvenster vult u in het veld ±Z de hoogte in van deze bouwlaag. Het voorbeeld illustreert dat een Parametrisch object niet alleen gewijzigd kan worden aan de hand zijn parameters. In dit voorbeeld nemen we als hoogte 5 m. Kies het commando V loer. . 4. de eigenschappen van een Parametrisch object zijn meestal te wijzigen via het Infopalet. maar ook bewerkt kan worden met de meer traditionele 2d. In dit dialoogvenster klikt u op het tabblad Ontwerplagen.be/aandeslag of www.. Open een blanco document. plantendatabase en veel meer.vectorworks. Klik op OK om beide dialoogvensters te verlaten. 2. In de afbeelding hieronder ziet u de maten die voor dit voorbeeld gebruikt werden. het digitaal terreinmodel. .3d-dak met doorboring 67 3D-dak met doorboring Parametrische objecten zijn objecten die door VectorWorks getekend worden op basis van een aantal parameters.Aan de slag met VectorWorks . In VectorWorks beschikt u over tal van parametrische objecten. schouwpotten. d e ze w a a rd e b e p a a l t h e t p e i l v a n h e t v l o e ro p p e r v l a k ten opzichte van het nulpeil van de tekening. Interieur.. die parameters kan u zowel voor als na de plaatsing van het object wijzigen. ga naar het dialoogvenster Organisatie.vectorworks.. Bij Dikte vult u de dikte van de vloerplaat in. In het dialoog venster vult u b ij Z . dubbelklik in de lijst op de actieve Ontwerplaag.en 3d-gereedschappen..). 1.. selecteer dit vlak en open het branchemenu dat specif iek is voor uw VectorWork sversie (Architectuur. Tuin.h o o g t e d e v l o e r p a s i n. Grondplan. 3.. In dit voorbeeld maken we onder andere gebruik van het Parametrische object dak. stel de schaal in op 1/100 en kies centimeter als eenheid. zoals ramen. via het menu Organiseer. Met het gereedschap Polygoon of Dubbele polygoon tekent u de contour van het gebouw.nl/aandeslag voor aanvullende informatie en videomateriaal over deze en andere oefeningen. Aanzicht Links isometrisch met muurhoogte. In dit voorbeeld is die hoogte 5 m.68 Aan de slag met VectorWorks . Vloerplaat met een dikte van 30 cm. negatieve waarden kunnen ook gebruikt worden. eenmaal de muren getekend zijn vinkt u de optie Muurhoogte = ±Z laag aan in het Infopalet.h.3d-dak met doorboring let wel: deze waarde moet groter zijn dan nul. de contouren van uw vloerplaat. . Klik op OK om het vloerobject te genereren. 5.v. Met het gereedschap Rechte muur uit het palet Architectuur van de set Aanvullende gereedschappen tekent u de muren a. de muren zullen automatisch de hoogte overnemen die u hebt bepaald in de instellingen van de Ontwerplaag. 3d-dak met doorboring 6... een ondervlak en fascia definiëren. ..). Interieur. . 7. Verdere instellingen vindt u terug in de afbeelding hieronder. Het dakobject biedt vele mogelijkheden.Aan de slag met VectorWorks . Tuin. Zo kunt u bijvoorbeeld het dak genereren in een andere Ontwerplaag en kunt u bij Extra’s een zolder. Klik op OK om het dialoogvenster te verlaten en het dak te genereren. 69 Gegenereerd dak na instellingen dialoogvenster. selecteer alle muren en open het branchemenu dat specifiek is voor uw VectorWorksversie (Architectuur.. In het dialoogvenster kunt u de eigenschappen van het dakobject aanpassen. Kies het commando Daken > Creëer dak.. In dit voorbeeld stellen we het Type dakrand in op Verticaal. selecteer de dakvorm en klik met de aanwijzer op een van de grijppunten. dit opent een dialoogvenster waarin u een aantal parameters kan aanpassen. de dakvorm kan u ook na plaatsing nog wijzigen. In dit voorbeeld veranderen we de Vorm dakrand van Hellend naar Recht. Dak na aanpassing dakvorm.70 Aan de slag met VectorWorks . dit zorgt ervoor dat de kopse geveldelen omgevormd worden tot een puntgevel. In deze oefening hebben we de korte muurdelen omgevormd tot puntgevels.3d-dak met doorboring 8. . 10. en druk dan op OK. In dit voorbeeld snijden we een balkvorm uit het dak. 71 Dak met doorkruising van het balkvolume. dit dak is een 3d-object. .3d-dak met doorboring 9. Het resultaat van deze bewerking ziet u in de afbeelding hieronder. dit opent een dialoogvenster waarin u kan aanduiden welk volume u na de bewerking wenst over te houden. Dak na uitsnijding van het volume. en kan als dusdanig ook bewerkt worden met meer traditionele 3d-gereedschappen. Klik op de pijliconen tot het dakvolume oplicht.Aan de slag met VectorWorks . In de afbeelding hieronder ziet u de balk die de dakvorm kruist. Pas er het commando Volumes uitsnijden op toe in het menu 3D. selecteer de balkvorm en het dakobject. druk vervolgens op de knop Verlaat rechts bovenaan in de tekenzone om de uitsnijding van de balk uit de dakvorm opnieuw te laten bereken. In dit voorbeeld is het een brugvormig volume dat beide vleugels van het gebouw met elkaar verbindt. VectorWorks toont u de originele dakvorm zonder uitsnijding en de balkvorm die u uit het dak hebt gesneden 14. kunnen we de eigenschappen van het dak ook nu nog steeds wijzigen. Ook na de uitsnijding kan het parametrische object dak nog aangepast worden. Klik op OK om de wijziging te bevestigen. selecteer de originele dakvorm en klik op een van de grijppunten. Het resultaat ziet u in de tekening hieronder. 15. Ontwerp in de uitsparing. Aanpassing aan het object na de uitsnijding. 12. . dubbelklik op de dakvorm. Resultaat van de uitsnijding.3d-dak met doorboring 11. 13.72 Aan de slag met VectorWorks . Omdat VectorWorks de opbouwgeschiedenis van 3d-objecten bewaard. In het dialoogvenster verandert u de dakhelling en de oversteek van de dakrand. In deze uitsparing plaatsen we een ontwerp. de plint.be/aandeslag of www. 5. In de stappen hieronder bouwen we deze delen op. Raadpleeg de website www.Aan de slag met VectorWorks . Activeer de Ontwerplaag ‘Basisvlakken’. Teken twee vlakken: een voor de deur en een voor het lichaam. Maak een nieuwe Ontwerplaag met schaal 1:20 en noem die ‘lichaam’. ga naar het aanzicht 2D plan via het menu Weergave > Standaard aanzichten. zoals het dichtingsrubber. de stelvoeten en de handgreep. . 3. Het voorbeeld hieronder is geïnspireerd op het sMeg-model ‘Bombino’ met specificatie FAB28R6 (Koelkast met vriesvak. Stap 1: 2D-voorbereiding deur en lichaam 1. 2. 4. Kies millimeter als eenheid en stel de schaal van de Ontwerplaag in op 1:20. Verander de naam van de Ontwerplaag naar ‘Basis-vlakken’. gebruik de afmetingen in de afbeelding hiernaast. daarnaast heeft de koelkast ook kleinere onderdelen.vectorworks.vectorworks.Koelkast in 3d 73 Koelkast in 3D In dit voorbeeld gebruiken we zowel 3d-volumebewerkingen als 3d-vlakbewerkingen voor het modelleren van een koelkast in 3d.nl/aandeslag voor aanvullende informatie en videomateriaal over deze en andere oefeningen. Open een nieuw bestand. Maak een volgende Ontwerplaag met dezelfde schaal en noem die ‘deur’. We baseren ons op de maten van de fabrikant: We kunnen de koelkast verdelen in twee hoofdelementen: de deur en het lichaam. rode kleur). Klik in de methodebalk op de knop Instellingen. 6.Koelkast in 3d selecteer en kopieer het basisvlak van het lichaam. 8. 3. Wijzig het aanzicht naar Voor via het menu Weergave > Standaard aanzichten. Activeer de Ontwerplaag Lichaam. Verplaats het basisvlak zodat het centrum van de onderzijde op de coördinaten (0. Aan de slag met VectorWorks . . Wijzig het aanzicht naar Rechts isometrisch via het menu Weergave > Standaard aanzichten. dit is de afrondingsstraal die we op de bovenste ribben van het lichaam willen toepassen. 4. selecteer het gereedschap Rand afronden uit het palet 3D van het set Aanvullende gereedschappen. Vul in het dialoogvenster bij Hoogte de waarde ‘530’ in. 7. 5.20) valt. Plak het basisvlak van het lichaam in deze Ontwerplaag. 2.74 Stap 2: Lichaam in 3D 1. Vul in het dialoogvenster bij Straal de waarde ‘70’ in. Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten. dit is de diepte van het koelkastlichaam. selecteer het basisvlak en pas het commando Extrusie uit het menu 3d toe. selecteer en kopieer het basisvlak van de deur. Wijzig het aanzicht naar Rechts isometrisch via het menu Weergave > Standaard aanzichten. 2. 6. selecteer het basisvlak en pas het commando Extrusie uit het menu 3D toe. Plak het basisvlak van de deur Verplaats het basisvlak zodat het centrum van de onderzijde op de coördinaten (0. selecteer de af te ronden ribben. U kan meerdere ribben selecteren door de shift-toets ingedrukt te houden terwijl u op de ribben klikt. Stap 3: Deur in 3D 1. Klik in de methodebalk op de knop Voltooi om de randen af te ronden.Aan de slag met VectorWorks . Het lichaam van de koelkast is hiermee voltooid. 75 10. dit is de diepte van het deurlichaam. Activeer de Ontwerplaag Deur. 3. Hiernaast ziet u de af te ronden ribben in het rood aangeduid.40) valt. Vul in het dialoogvenster bij Hoogte de waarde ’100’ in.Koelkast in 3d 9. 8. . 4. 5. Activeer de Ontwerplaag Basisvlakken. 7. Wijzig het aanzicht naar Voor via het menu Weergave > Standaard aanzichten. 12. niet op individuele vlakken. daarom stellen we de individuele vlakken eerst samen tot een volume. Aan de slag met VectorWorks . 17.Koelkast in 3d Het voorste paneel van de deur willen we lichtjes bol maken. degroepeer het resultaat. dit gereedschap kan echter alleen toegepast worden op volumes.76 9. Klik om de functie te beëindigen. 11. selecteer het voorste nURBs-vlak. Hou het nURBs-vlak geselecteerd en klik op het gereedschap Vervorm 3D-object in het palet 3d van het set Aanvullende gereedschappen. 23. 20. selecteer in de methodebalk de opties Verplaats controlepunt en Volgens de Y-as. geef U-graad en V-graad de waarde 2 op. selecteer de extrusie en pas het commando Zet om naar NURBS toe uit het menu 3D. selecteer het middelste controlepunt en versleep het tot u in de methodebalk bij het veld Y de waarde -200 krijgt. Vink in het Infopalet de optie Toon controlepunten aan. selecteer alle nURBs-vlakken in de Ontwerplaag Deur. Trek met het 2D-selectiegereedschap een selectiekader waarbinnen enkel het voorste nURBs-vlak valt. de ribben van het deurpaneel moeten afgerond worden. 19. U doet dit eenvoudig op de volgende manier: 13. dit doet u met het commando Degroepeer uit het menu Organiseer. Pas er het commando Volumes samenvoegen op toe uit het menu 3D. daarvoor gebruiken we het gereedschap Rand afronden. 21. selecteer het gereedschap Rand afronden uit het palet 3D van het set . Op die manier krijgt u toegang tot de individuele nURBsvlakken. 15. 10. 14. 18. Hou het nURBs-vlak geselecteerd en wijzig het aanzicht naar Rechts isometrisch via het menu Weergave > Standaard aanzichten. ga naar het aanzicht Boven via het menu Weergave > Standaard aanzichten. U verhoogt hiermee het aantal controlepunten van het nURBs-vlak. 22. daarvoor maken we gebruik van de vlakbewerkingsgereedschappen van VectorWorks. 16. 77 Stap 4: 2D-voorbereiding dichtingsrubber en plint 1. 3. Het lichaam van de deur is hiermee voltooid. Klik op de knop Instellingen in de methodebalk en geef een straal op van ‘70’. 26. U kan meerdere ribben selecteren door de Shift-toets ingedrukt te houden terwijl u op de ribben klikt. 2. 24. allebei op schaal 1:20. Maak via dit dialoogvenster twee nieuwe Ontwerplagen aan.Aan de slag met VectorWorks . Hiernaast ziet u de af te ronden in het rood aangeduid. selecteer het commando Lagen… uit het menu Organisatie > Lagen.Koelkast in 3d Aanvullende gereedschappen. 25. . Teken twee vlakken: een voor het dichtingsrubber en een voor de plint. Klik op de knop Voltooi in de methodebalk om de geselecteerde randen af te ronden. Klik op OK om deze waarde te bevestigen. selecteer de af te ronden ribben. noem de eerste Ontwerplaag ‘dichtingsrubber’ en de tweede Ontwerplaag ‘Plint’. Activeer de Ontwerplaag ‘Basisvlakken’. gebruik de afmetingen in de afbeelding hiernaast. 7. 4. 4. Activeer de Ontwerplaag ‘dichtingsrubber’. Activeer de Ontwerplaag ‘Plint’. Aan de slag met VectorWorks .78 Stap 5: dichtingsrubber in 3D 1. Plak het basisvlak van het dichtingsrubber in deze Ontwerplaag. Vul in het dialoogvenster bij Hoogte de waarde ’20’ in.20) valt. 3.Koelkast in 3d selecteer en kopieer het basisvlak van het dichtingsrubber. Wijzig het aanzicht naar Rechts isometrisch via het menu Weergave > Standaard aanzichten. 5. selecteer het basisvlak en pas het commando Extrusie uit het menu 3D toe. dit is de diepte van het dichtingsrubber. 6. Plak het basisvlak van de plint in deze Ontwerplaag. Verplaats het basisvlak zodat het centrum van de onderzijde op de coördinaten (0. Wijzig het aanzicht naar Voor via het menu Weergave > Standaard aanzichten. Activeer de Ontwerplaag ‘Basisvlakken’.130) valt. 2. 5. selecteer en kopieer het basisvlak van de plint. 2. 3. Verplaats het basisvlak zodat het centrum van de onderzijde op de coördinaten (0. . Stap 6: plint in 3D 1. selecteer het deurlichaam en pas het commando Verplaats… toe uit het menu Bewerk > Verplaats. 6. Maak via dit dialoogvenster een nieuwe Ontwerplaag aan op schaal 1/20 en noem die ‘Assemblage’. 79 8. 2. 7. selecteer het commando Lagen… uit het menu Organisatie > Lagen. 5. dit is de diepte van de plint. selecteer de plint en het dichtingsrubber. dit kan u eenvoudig doen door op de respectievelijke Ontwerplagen de inhoud van de Ontwerplaag te selecteren en in het Infopalet via het uitrolmenu Laag telkens de Ontwerplaag ‘Assemblage’ te kiezen. 8. Verander het aanzicht naar 2D plan via het menu Weergave > Standaard aanzichten. Het resultaat van deze bewerking ziet u hieronder in het aanzicht Rechts isometrisch. Wijzig het aanzicht naar Voor via het menu Weergave > Standaard aanzichten. Verplaats de inhoud van de Ontwerplagen ‘lichaam’. Vul in het dialoogvenster bij het veld X-afstand de waarde ‘0’ in en bij het veld Y-afstand de waarde ‘-550’.Koelkast in 3d 6. 7. . ‘dichtingsrubber’ en ‘Plint’ naar de Ontwerplaag ‘Assemblage’. 3. 4. Vul in het dialoogvenster bij Hoogte de waarde ’7’ in. Wijzig het aanzicht naar Rechts isometrisch via het menu Weergave > Standaard aanzichten. Vul in het dialoogvenster bij het veld X-afstand de waarde ‘0’ in en bij het veld Y-afstand de waarde ‘-530’.Aan de slag met VectorWorks . selecteer het basisvlak en pas het commando Extrusie uit het menu 3D toe. Stap 7: onderdelen uitlijnen 1. Hieruit blijkt dat de 3d-onderdelen niet uitgelijnd zijn tegenover elkaar. Pas het commando Verplaats… toe uit het menu Bewerk > Verplaats. ‘deur’. 80 Stap 8: Stelvoeten toevoegen 1. 3. en als Afstand tussen rijen vult u de waarde ‘-530+50’ in. Verander het aanzicht naar Rechts isometrisch via het menu Weergave > Standaard aanzichten. selecteer de vier cirkels en pas er het commando Extrusie… uit het menu 3D op toe. selecteer de cirkel en pas het commando Serie duplicaten… uit het menu Wijzig > Dupliceer toe. Als Afstand tussen kolommen vult u de waarde ‘600-50’ in. 5. . en als Aantal rijen eveneens ‘2’. druk op OK om de cirkel te dupliceren. Zorg ervoor dat de optie Origineel \ Behouden aangevinkt is. Aan de slag met VectorWorks . 6. Plaats de cirkel door op OK te klikken. Als Aantal kolommen vult u de waarde ‘2’ in. 7. Vul in het dialoogvenster bij het veld Hoogte de waarde ‘20’ in en druk op OK. In het dialoogvenster kiest u als Duplicatievorm voor Rechthoekige serie. Vul in het dialoogvenster de waarden in zoals hiernaast getoond. 2.Koelkast in 3d dubbelklik op het gereedschap Cirkel in het palet Basisgereedschappen. 4. 4. Kies de optie D. Activeer de Ontwerplaag ‘Handgreep’ en plaats het aanzicht in 2D Plan via het menu Weergave > Standaard aanzichten. 3 punten in de Methodebalk.Koelkast in 3d Stap 9: 2D-voorbereiding handgreep 1. de handgreep van onze 3d-koelkast zal daarom slechts een benadering van de echte handgreep zijn. Teken twee bogen zoals in de afbeelding op de volgende pagina. . Voeg vier 2d-locuspunten toe op basis van de coördinaten hieronder.Aan de slag met VectorWorks . selecteer het gereedschap Boog uit het palet Basisgereedschappen. Maak via dit dialoogvenster een nieuwe Ontwerplaag aan op schaal 1/20 en noem die ‘Handgreep’. de echte handgreep heeft een vrij hoog detailniveau.m. Teken drie rechthoeken op basis van de afmetingen hieronder. dit doet u met het gereedschap Locus uit het palet Basisgereedschappen. 81 2. 6. 5.v. 3. selecteer het commando Lagen… uit het menu Organisatie > Lagen. Het resultaat is een nieuw vlak. selecteer het Polylijn-object en de twee aansluitende rechthoeken. 3. 6. Vul in het dialoogvenster bij het veld Hoogte de waarde ‘25’ in. 2.v. selecteer het gereedschap Polygoon uit het palet Basisgereedschappen.m. Wijzig het aanzicht naar Voor via het menu Weergave > Standaard aanzichten.Koelkast in 3d 7. 4. selecteer het gebogen deel van de handgreep en pas er het commando Extrusie… op toe uit het menu 3D. selecteer de rechthoek van de handgreep en pas er het commando Extrusie… op toe uit het menu 3D. Verwijder de bogen uit de tekening. Klik met de aanwijzer in het gebied dat afgebakend wordt door de twee rechthoeken en de twee bogen. Pas het commando Vlakken samenvoegen toe uit het menu Bewerk. 9. Kies in de Methodebalk de optie Polygoon d. 10. Stap 10: handgreep in 3D 1. Vul in het dialoogvenster bij het veld Hoogte de waarde ‘35’ in. . Wijzig het aanzicht naar 2D Plan via het menu Weergave > Standaard aanzichten.82 Aan de slag met VectorWorks . 8. 5. opvulling. selecteer het gereedschap Rand afronden uit het palet 3D van het set Aanvullende gereedschappen. en bij het veld Y-afstand de waarde ‘5’.Aan de slag met VectorWorks . 10. U kan meer dan één rib selecteren door tijdens het aanklikken van de ribben de Shift-toets ingedrukt te houden. stel de Straal in het dialoogvenster in op ‘10’ en klik op OK. Klik op de knop Instellingen in de Methodebalk. .Koelkast in 3d 83 7. 8. Vul in het dialoogvenster bij het veld X-afstand de waarde ‘0’ in. Klik op OK om de waarden te bevestigen. Pas het commando Verplaats… toe uit het menu Bewerk > Verplaats. 9. Wijzig het aanzicht naar Links isometrisch via het menu Weergave > Standaard aanzichten. selecteer het kleinste volume. selecteer de drie ribben zoals in de afbeelding hieronder. 11. Pas het commando Volumes samenvoegen toe uit het menu 3D. selecteer beide volumes. selecteer de drie ribben zoals in de afbeelding hieronder. Klik in de methodebalk op Voltooi om de afronding uit te voeren. . 13.Koelkast in 3d 12. U kan meer dan één rib selecteren door tijdens het aanklikken van de ribben de Shift-toets ingedrukt te houden. stel de Straal in het dialoogvenster in op ‘3’ en klik op OK. 14. 15. selecteer nogmaals het gereedschap Rand afronden uit het palet 3D van het set Aanvullende gereedschappen.84 Aan de slag met VectorWorks . Klik op de knop Instellingen in de methodebalk. Klik in de Methodebalk op Voltooi om de afronding uit te voeren. 18. Vul in het dialoogvenster bij het veld X-afstand de waarde ‘0’ in. 17. Vink de andere opties in het dialoogvenster aan en klik op OK. en bij het veld Y-afstand de waarde ‘990-(35/2)’. Kies uit het zelfde menu het commando Open GL instellingen… 24. Bepaalde onderdelen hebben misschien niet de gewenste kleur. selecteer de handgreep en pas het commando Verplaats… toe via het menu Bewerk > Verplaats. Verplaats de handgreep door in het Infopalet bij het uitrolmenu Laag de Ontwerplaag ‘Assemblage’ te kiezen. Kies in het uitrolmenu naast Segmenteringskwaliteit de optie Hoogste.Aan de slag met VectorWorks . 22. 25. Wijzig het aanzicht naar Rechts isometrisch via het menu Weergave > Standaard aanzichten.Koelkast in 3d 16. . 19. 20. Activeer de Ontwerplaag ‘Assemblage’. deze kan u makkelijk aanpassen door het object in kwestie te selecteren en de gewenste kleur in het Kenmerkenpalet te kiezen. Wijzig het aanzicht naar Voor via het menu Weergave > Standaard aanzichten. Pas het commando Open GL toe uit het menu Weergave > Rendering. de handgreep bevindt zich te laag in de tekening. Wijzig het aanzicht naar Rechts isometrisch via het menu Weergave > Standaard aanzichten. 85 21. Klik op OK om de verplaatsing te bevestigen. 23. 86 Aan de slag met VectorWorks - Koelkast in 3d 26. Indien u beschikt over de module RenderWorks, dan kan u de verschillende onderdelen voorzien van RenderWorks-materialen en de koelkast met een van de rendermethodes visualiseren. Aan de slag met VectorWorks - Renderen met HdRI 87 Renderen met HDRI Wanneer u over de module RenderWorks beschikt, dan kan u gebruikmaken van HdRI-bestanden. ‘HdRI’ is de afkorting van High dynamic Range Image. Het is een speciaal afbeeldingstype dat, in tegenstelling tot courante digitale afbeeldingen, beeldinformatie voor verschillende belichtingstijden bevat. HdR-beelden zorgen er voor dat visualisatiesoftware zoals RenderWorks de belichting en de weerspiegeling in een 3d-scène realistischer kan berekenen. een HdR-beeld is meestal panoramisch: het is een foto met een kijkhoek van 360 graden. de RenderWorks-bibliotheek bevat een twintigtal HdR-beelden die u vrij kan gebruiken. daarnaast vindt u in het commerciële circuit diverse HdRI-collecties. In RenderWorks kunnen HdR-beelden op drie manieren gebruikt worden: • HDRI als achtergrond • HDRI als weerspiegeling in de reflecterende onderdelen van het 3D-model • HDRI als lichtbron Rendermethodes zoals bijvoorbeeld RenderWorks finaal of Radiosity ondersteunen deze drie mogelijkheden. Andere methodes, zoals bijvoorbeeld RenderWorks artistiek, ondersteunen slechts een of twee mogelijkheden. In dit voorbeeld visualiseren we het 3d-model van een openluchtpaviljoen met behulp van HdRI. Op de constructie van het 3d-model wordt in dit voorbeeld niet ingegaan – daarvoor verwijzen we u graag naar andere oefeningen. de technieken die hieronder beschreven worden zijn natuurlijk bruikbaar voor elk 3d-model. HdRI-bestanden kunnen in VectorWorks gebruikt worden: • Als achtergrond (drag and drop) in uw weergave. U vindt deze terug in de laageigenschappen en in de eigenschappen van zichtvenster. • Als lichtbron in uw renderingweergave. Deze zijn in te stellen in de lichtinstellingen van de laag of van het zichtvenster. deze techniek laat u toe om gerenderde objecten op een zeer realistische manier weer te geven. U zult zien dat heldere dingen echt helder weergegeven worden en donkere echt donker. dit terwijl de detaillering in beide zichtbaar zal zijn. 1. Open een scène met een 3d-model, of bouw in een nieuw bestand een 3d-scène. In dit voorbeeld gebruiken we het 3d-model van een paviljoen voor een openluchtmuseum. 2. stel het perspectiefzicht in met behulp van het gereedschap RenderWorks Camera uit het palet Visualisatie van de set Aanvullende gereedschappen. Meer informatie over dit gereedschap vindt u in het online helpsysteem van VectorWorks. 3. 4. Vanuit dit camerastandpunt gaan we de scène renderen op vijf verschillende manieren. Hieronder ziet u een rendering op basis van de weergavemethode Opengl. deze methode maakt gebruik van de grafische kaart (of videokaart) van uw computer, en kan daardoor sneller resultaat opleveren. Open het menu Weergave > Rendering en selecteer OpenGL om deze weergave te activeren. In de instellingen kunt u de segmenteringskwaliteit aanpassen en de gekartelde weergave van de randen verminderen (AntiAliasing). Raadpleeg de website www.vectorworks.be/aandeslag of www.vectorworks.nl/aandeslag voor aanvullende informatie en videomateriaal over deze en andere oefeningen. 88 Aan de slag met VectorWorks - Renderen met HdRI Variant 1: RenderWorks finaal 1. Open het menu Weergave > Rendering en kies Renderworks Finaal. RenderWorks finaal maakt gebruik van raytracing. dit betekent dat optische effecten zoals slagschaduw, transparantie (inclusief refractie) en weerspiegeling (reflectie) van de 3d-omgeving worden berekend. Ook een heldere zone in een HdRI kan bijvoorbeeld veroorzaakt worden door de zon. dan wordt de standaard lichtbron uitgeschakeld. 2. ook rechtstreeks zichtbaar in de achtergrond. In het resultaat valt op dat de belichting van het 3d-model veranderd is. Wanneer u zelf een of meerdere lichtbronnen aan de 3d-scène toevoegt. de HdRI gaan we niet alleen als lichtbron. dan wordt de lichtbron automatisch mee verplaatst. 1. opent u het menu Weergave > Rendering en selecteert u Renderworks Finaal. Ten tweede wordt het HdRI-bestand als achtergrond gekoppeld aan de Ontwerplaag. of door een raam in een donkere kamer. RenderWorks finaal heeft geen instellingen – u kan de kwaliteit van de berekening niet aanpassen. We doen dit aan de hand van een HdRI. dit heeft twee gevolgen. 89 Variant 2: RenderWorks finaal met HDRI In dit voorbeeld veranderen we de verlichting van de 3d-scène. deze zones werpen meer licht in de scène dan andere zones.Aan de slag met VectorWorks . Het HdR-beeld wordt gereflecteerd in de bollen en in het water. Het licht in deze 3d-scène komt van een lichtbron die VectorWorks standaard plaatst. ten laatste. Het licht komt nu van alle kanten. maar ook als achtergrond en als omgeving gebruiken.Renderen met HdRI materiaaleigenschappen zoals reliëf en glans worden berekend. er is een schaduw zichtbaar. . deze standaard lichtbron is gekoppeld aan de camera of het kijkpunt: verandert u het zicht. Om het resultaat te zien. 3. Bovendien is het HdR-beeld ook zichtbaar doorheen de transparante bol. sleep het icoon van een van de HdRI-bestanden in de tekenzone. Ten eerste wordt het HdRI-bestand als lichtbron gekoppeld aan de Ontwerplaag. dit wordt veroorzaakt door de heldere zones van het HdR-beeld. Voeg de RenderWorks-bibliotheek met HdRI-bestanden toe aan het Hulpbronnenpalet. en creëren daardoor schaduwgebieden op het 3d-model. de HdRI is. niet alleen zichtbaar is als achtergrond. Klik op OK om te bevestigen.90 Aan de slag met VectorWorks . Het beeld is . Open het menu Weergave > Rendering en kies RenderWorks finaal. 2. dit betekent dat de HdRI die u in de scène gesleept hebt. 1. de sterkte van dit Omgevingslicht staat standaard ingesteld op 35% wit. Bij het gedeelte HdRI-belichting kan u vaststellen dat de optie Vanuit geselecteerde achtergrond geselecteerd is. schakel in het dialoogvenster het omgevingslicht Uit. Bij een waarde van 100% zou de visualisatie volledig wit worden.. Omgevingslicht heeft een mogelijk nadeel: de visualisatie kan er in sommige gevallen contrast door verliezen. dit probleem kan u omzeilen door het standaard omgevingslicht uit te schakelen. H e t verschil met het vorige beeld is duidelijk: zonder omgevingslicht is het contrast van het beeld groter..Renderen met HdRI Variant 3: RenderWorks finaal met HDRI zonder omgevingslicht Om het effect van indirect licht na te bootsen. 3. ga naar het menu Weergave > Lichtbronnen > Omgevingslicht laag. maar ook gebruikt wordt als lichtbron. maakt RenderWorks gebruik van Omgevingslicht. 3. . uit het contextuele menu.Renderen met HdRI Variant 4: RenderWorks finaal met aangepaste HDRI HdR-beelden kunnen ingesteld worden. In dit voorbeeld wijzigen we ten eerste de oriëntatie van de HdRI-achtergrond door in het Rotatie-veld de waarde ‘150’ in te vullen. 4. Variant 5: RenderWorks op maat en Final Gather met HDRI de rendermethode RenderWorks op maat ondersteunt net zoals RenderWorks finaal alle mogelijkheden van HdRbeelden. Het resultaat van deze berekening ziet u in de afbeelding hieronder. Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten. In het dialoogvenster HDRI belichting kan u de eigenschappen van het HdR-beeld aanpassen. Open het menu Weergave > Rendering en kies RenderWorks finaal.. Herhaal dit voor het volgende dialoogvenster. daarvoor verlagen we de Verzadiging tot ‘25%’. In de categorie van de RenderWorks achtergronden vindt u het gebruikte HdR-beeld terug. Ten derde passen we de kleuring van het licht aan.. 5. Rechtsklik op het HdRI-icoon en kies Bewerk. en de oriëntatie (rotatie) van het panoramische HdR-beeld kunnen via het Hulpbronnenpalet bepaald worden. In het dialoogvenster klikt u op de knop Instellingen. rechts naast het keuzemenu voor het type Achtergrond. 1. Bovendien geeft RenderWorks op maat ons de mogelijkheid om de optie Final Gather te gebruiken. 91 2. de mate waarin het licht gekleurd wordt. Het voordeel van RenderWorks op maat is dat we de kwaliteit van de berekening kunnen bijsturen.Aan de slag met VectorWorks . Ten tweede wijzigen we de intensiteit van het licht dat het HdR-beeld genereert: we verhogen de Lichtsterkte tot ‘150%’. de lichtintensiteit. Open het Hulpbronnenpalet en selecteer uit het uitrolmenu het huidige VectorWorksdocument. 3. In dit voorbeeld willen de gaten in de betonwanden geen bijdrage laten leveren aan de indirecte verlichting. maar met een langere rekentijd tot gevolg. Op die manier geeft elk verlicht 3d-vlak ook zelf licht af. kunnen dankzij Final gather gebruikt worden als een secundaire lichtbron.92 Aan de slag met VectorWorks .. In dit voorbeeld vullen we bij Nauwkeurigheid de waarde ‘70’ in. Zelfs met de lagere lichtintensiteit van de HdRI zijn de donkere delen van het beeld nu een stuk lichter weergegeven. 7. de overige instellingen van het HdR-beeld laten we ongewijzigd. hoe correcter het beeld. Klik in het dialoogvenster op de knop Final Gather. de 3d-vlakken die door een HdRI of door andere lichtbronnen rechtstreeks verlicht worden.Renderen met HdRI Final gather is een techniek om indirect licht na te bootsen. 1. 2. daarom verlagen we de Lichtsterkte van de HdRI van ‘150%’ naar ‘100%’. 6. ga naar het menu Weergave > Rendering en kies RenderWorks op maat – instellingen. 4. We klikken op OK om te bevestigen. de grotere vlakken moeten echter wel een bijdrage leveren. daarom kiezen we een waarde die tussen de maat van de grotere vlakken en de grootte van de gaten in zit.. Ook hier geldt: hoe nauwkeuriger. Vink de optie Final Gather aan. waardoor de 3d-scène indirect verlicht wordt. In dit voorbeeld vullen we in het veld Detail niv. Open het menu Weergave > Rendering en kies Renderworks op maat. de waarde ‘40’ in. daarnaast kan u ook een algemene nauwkeurigheid instellen voor de Final Gather-berekening. dit is de afmeting van het kleinste detail waarmee rekening wordt gehouden bij het berekenen van de belichting. lopen we het risico om de scène te overbelichten. Ondanks dat kan het gebeuren dat u de render toch graag een andere lichtbalans geeft. de meest voor de hand liggende oplossing is het herbereken van het beeld met andere waarden voor . Omdat we met Final Gather extra licht aan de scène toevoegen. 5. dit HdRI-bestand kan u vervolgens openen met een grafisch programma dat HdRI-beelden ondersteund. dit kan echter een tijdrovend proces zijn..Aan de slag met VectorWorks . 9.. Het alternatief is het exporteren van de render naar een HdRI-bestand. zoals bijvoorbeeld Photoshop Cs3.Renderen met HdRI lichtsterkte. 93 HdRI van variant 4 met belichtingsniveau ‘-3’ HdRI van variant 4 met belichtingsniveau ‘-2’ HdRI van variant 4 met belichtingsniveau ‘-1’ HdRI van variant 4 met belichtingsniveau ‘0’ . In een dergelijk programma kan u de belichtingsniveaus van het beeld wijzigen tot u tevreden bent over de lichtbalans. Verzadiging en andere lichtparameters. Hieronder ziet u enkele voorbeelden van zo’n aanpassing op basis van het beeld uit variant 4. 8. dit (niet-panoramische) HdRI-bestand bevat informatie over verschillende belichtingstijden voor uw 3d-scènes. dat doet u met het commando HDRI. uit het menu Bestand > Exporteer. zijn zeer welkom. Vergeet niet het versienummer van dit boek te vermelden. sommige functies of werkmethodes zijn echter moeilijk uit te leggen op papier. www.17/12/2007 .. v2008 .be/aandeslag www. design express. Met dank voor uw medewerking. dan kan u ons dat laten weten op het e-mailadres info@designexpress. duidelijkheid.). In dit boek hebben we geprobeerd om u een zo goed mogelijk overzicht te bieden van een aantal mogelijkheden van VectorWorks. onvolledige omschrijvingen.vectorworks. eventuele aanpassingen zullen in een volgende versie worden opgenomen.vectorworks..nl/aandeslag Indien u in dit lesboek fouten vindt (spelling.eu Alle suggesties die de kwaliteit van dit handboek kunnen verbeteren. U vindt dit rechts onderaan deze pagina.94 Aan de slag met VectorWorks Beste VectorWorks-gebruiker. daarom vindt u op de VectorWorks-website aanvullingen op dit boek.